Adjuvant immunotherapy with anti-PD-1 monoclonal antibody Pembrolizumab (MK-3475) versus placebo after complete resection of high-risk Stage III melanoma: A randomized, double-blind Phase 3 trial of the EORTC Melanoma Group. KEYNOTE 054/ EORTC 1325-MG.
Protocolnummer: | 1325-MG |
EudraCT nummer: | 2014-004944-37 |
METc nummer: | 2015/556 |
Onderzoekscode: | O157 |
Samenvatting
De laatste decennia is over de hele wereld een toename te zien van melanoom diagnose met regionale positieve Iymfeklieren (stadium III). Bij de meeste patiënten met stadium III-melanoom hebben een hoog risico op een recidief en vervroegd overlijden. Bij de meeste patiënten met stadium lll-melanoom is chirurgie alleen onvoldoende als behandeling om genezing te bereiken. De huidige behandelmethoden hebben een marginale invloed op de overleving.
De behoefte voor een vernieuwde behandelmethode is daardoor groot. De resultaten uit eerder onderzoek met Pembrolizumab (MK-3475, anti-PD 1 monoklonaal antilichaam) in de setting van stadium IV melanomen hebben aangetoond de overleving te verbeteren. Tot aan 30 november 2014 zijn ongeveer 5000-6400 patiënten behandeld met Pembrolizumab en het wordt over het algemeen goed verdragen.
Het doel van dit onderzoek is het prospectief vaststellen of postoperatieve adjuvante therapie met pembrolizumab de recidiefvrije overleving (recurrence-free survival, RFS) verbetert, in vergelijking met placebo bij patiënten met verhoogd risico met complete resectie van stadium IIIA- (> 1 mm metastase), IIIB- en IIIC-melanoom. Het prospectief vaststellen of in de subgroep van patiënten met (een) PD-L 1-positieve tumor(en) pembrolizumab leidt tot een verbetering in recidiefvrije overleving, in vergelijking met placebo.
Inclusiecriteria
De samenvatting van het protocol sectie Diagnose en belangrijkste criteria voor inclusie, bevat een volledige omschrijving
- Ten minste 18 jaar oud.
- Een patiënt moet schriftelijk geïnformeerde toestemming geven
- Complete resectie van stadium III-melanoom (AJCC RO) met histologisch bevestigd huidmelanoom metastatisch naar Iymfeklier, geclassificeerd als (AJCC, 2010): stadium IIIA met metastase > 1 mm; elk stadium IIIB of IIIC (geen in-transitmetastasen).
- Melanoom met onbekende oorsprong van de primaire tumor komt in aanmerking.
- Verplicht om tumormonster te verzenden voor evaluatie van PD-L1-expressie.
- De behandeling mag niet later dan 13 weken na de operatie beginnen en alleen nadat de operatiewond volledig is genezen.
- De ziektestatus voor de baselinebeoordeling na de chirurgie moet worden gedocumenteerd door middel van een volledige borstkas-/buik-/bekken-CT en/of -MRI met een hals-CT en/of -MRI (voor primaire hoofd- en halstumoren) en een volledig klinisch onderzoek na de geïnformeerde toestemming en voor de inschrijving.
- Ziektevrij (geen locoregionale terugval of afgelegen metastase); geen klinische aanwijzingen voor hersenmetastasen.
- BRAF-mutatie status moet bekend zijn vooraf aan start
- ECOG-performancestatus van 0 of 1.
- Patiënt heeft goede orgaanfuncties zoals gedefinieerd aan de hand van labwaarden in het protocol.
- Vrouwen die zwanger kunnen worden dienen een negatieve zwangerschapstest op serum (of urine) te hebben binnen 72 uur voorafgaand aan het krijgen van de eerste onderzoeksbehandeling.
- Patiënten die zwanger kunnen worden/zich kunnen voortplanten dienen een toereikende anticonceptiemethoden gebruiken.
- Vrouwelijke patiënten die borstvoeding geven, moeten hiermee stoppen voor de eerste dosis onderzoeksbehandeling en tot 120 dagen na de laatste dosis onderzoeksgeneesmiddel.
Exclusiecriteria
De samenvatting van het protocol sectie Diagnose en belangrijkste criteria voor inclusie, bevat een volledige omschrijving
- Mucosaal of oculair melanoom.
- Eerdere behandeling voor melanoom, inclusief chirurgie voor primaire melanoomlaesies
- Voorgeschiedenis van pneumonitis waarvoor behandeling met steroïden nodig was, voorgeschiedenis van interstitiële longziekte.
- Voorgeschiedenis van een hematologische maligniteit of maligniteit van een primaire solide tumor, waarbij de afgelopen 5 jaar aanwijzingen voor die ziekte waren.
- Actieve auto-immuunziekte waarvoor systemische behandeling nodig is geweest in de afgelopen 2 jaar (d.w.z. met gebruik van ziekteverloop beïnvloedende middelen, corticosteroïden of immunosuppressieve geneesmiddelen). Suppletietherapie (bv. thyroxine, insuline of fysiologische corticosteroïdenvervangingstherapie voor bijnier- of hypofyse-insufficiëntie, etc.) wordt niet beschouwd als een vorm van systemische behandeling.
- Actieve infectie waarvoor behandeling nodig is.
- Een diagnose van immunodeficiëntie, een systemische therapie met steroïden of een andere vorm van immunosuppressieve therapie binnen 7 dagen voor toediening van de eerste dosis onderzoeksgeneesmiddel.
- Een bekende voorgeschiedenis van humaan immuunodeficiëntievirus (hiv), actieve hepatitis B of hepatitis C.
- Patiënten die binnen 30 dagen voor de eerste dosis onderzoeksmedicatie een behandeling met levend vaccin hebben gekregen, komen niet in aanmerking.
- Eerdere behandeling met een anti-CTLA4 monoklonaal antilichaam of anti-PD-1-, of -PD-L 1- of -PD-L2-middel.
- De patiënt neemt momenteel deel aan een onderzoek naar een experimenteel middel en krijgt een onderzoeksbehandeling, of heeft een experimenteel hulpmiddel gebruikt binnen 4 weken voor toediening van de eerste dosis van de behandeling
- De patiënt komt niet in aanmerking: als de patiënt medewerker van het onderzoekscentrum of de sponsor is die rechtstreeks betrokken is bij dit onderzoek, of een naast familielid heeft (bv. partner, ouder/wettelijk voogd, broer/zus of kind) dat een medewerker is, tenzij prospectieve goedkeuring is verleend door de medisch ethische toetsingscommissie (voorzitter of aangewezene) waarbij voor een specifieke proefpersoon een uitzondering is toegestaan op dit criterium.
- Vrouwelijke patiënten die borstvoeding geven.
Studiecoördinator
Prof.dr. G.A.P. Hospers
Afdeling Medische Oncologie
Tel.: 050 3612821 (secretariaat Oncologie)
E-mail: g.a.p.hospers@umcg.nl