Patiënten informatie folder: Encorafenib + Binimetinib bij inoperabel of uitgezaaid melanoom

Inhoudsopgave & acties
Acties

Algemene inleiding

De informatie in dit document is bedoeld als aanvulling op de informatie die u al heeft gekregen van uw behandelend internist-oncoloog en de oncologieverpleegkundige. Het is bekend dat veel van de informatie die u tijdens de eerste gesprekken over uw ziekte en de behandeling krijgt verloren gaat, en dat de vragen over behandeling en mogelijk bijwerkingen meestal later komen. U kunt de informatie thuis rustig nalezen om u voor te bereiden op de behandeling die u gaat krijgen. Vragen kunt u stellen bij een volgend bezoek aan de polikliniek of via de uitgereikte telefoonnummers.

Wat is doelgerichte therapie

Bij doelgerichte therapie worden er medicijnen gegeven om kankercellen te doden of de groei ervan te remmen. Deze medicijnen richten zich op specifieke eigenschappen van kankercellen. Dit doen ze door de werking van bepaalde eiwitten van de kankercel te blokkeren. Er zijn veel verschillende eigenschappen van de kankercellen die aangrijpingspunten kunnen zijn van doelgerichte therapie. Bijvoorbeeld de ongecontroleerde groei van sommige kankercellen. Of het proces waarbij kankercellen de aanmaak van nieuwe bloedvaten stimuleren. Een belangrijke voorwaarde voor doelgerichte therapie is dan ook dat de kankercellen die specifieke eigenschappen hebben. Dit kan namelijk per kankersoort verschillen. Bij sommige kankersoorten onderzoeken we eerst of de kankercellen die specifieke eigenschappen hebben. In de meeste gevallen wordt doelgerichte therapie gegeven in tabletvorm. Er zijn ook middelen die worden gegeven via het infuus.
Algemene informatie over doelgerichte therapie kunt u vinden in de folder ‘doelgerichte therapie’ van V&VN Oncologie, op doelgerichte therapie en op www.kanker.nl.

Werkingsmechanisme voorgestelde doelgerichte therapie

BRAF-/MEK remmers

Uw tumorcellen worden onderzocht om te kijken of de mutatie BRAF V600 aanwezig is. Ongeveer de helft van alle mensen met bijvoorbeeld een melanoom heeft deze BRAF-genmutatie. BRAF is een eiwit, waarvan de structuur verandert door de genmutatie. Hierdoor gaat het eiwit de groei van tumorcellen stimuleren. De zogenaamde BRAF-remmers blokkeren de vorming van het eiwit, waardoor de groei van de tumorcellen wordt belemmerd.

MEK is een ander eiwit dat betrokken is bij de groei van tumorcellen. De MEK-eiwitten zijn in BRAF gemuteerde tumoren vaak overactief. MEK-remmers remmen de activiteit van het eiwit. Hierdoor wordt de groei van de tumor geremd.

Omdat de MEK-eiwitten met name overactief zijn bij tumoren met een BRAF- genmutatie, worden BRAF- en MEK-remmer vaak gecombineerd voorgeschreven.

Behandelplan

Op de dag dat u start met de behandeling, laat u eerst bloedprikken, waarna u de internistoncoloog op de polikliniek bezoekt. Op basis van hoe het met u gaat en de uitslag van de bloedwaarden, zal vastgesteld worden of u de behandeling kunt krijgen. De tabletten worden dan door de internistoncoloog voorgeschreven op een recept. U kunt deze medicijnen ophalen bij apotheek de Sprong in het UMCG. De apotheek heeft enige tijd nodig om het recept voor u te bereiden.

Uiteraard kunt u uw vragen stellen tijdens het polikliniek bezoek. Wij raden u aan om deze op een briefje te verzamelen. Uw internistoncoloog moet ook op de hoogte zijn van overige geneesmiddelen die u gebruikt. Dit geldt voor receptgeneesmiddelen, maar ook voor nietreceptgeneesmiddelen, vitamines en kruidengeneesmiddelen.

In principe heeft u iedere vier weken weer een afspraak op de polikliniek van afdeling Medische Oncologie en wordt er bloed geprikt. Op basis van hoe het met u gaat en de uitslag van de bloedwaarden, zal vastgesteld worden of de behandeling door kan gaan. U krijgt dan opnieuw een recept dat via de apotheek de Sprong geleverd zal worden. Soms moet de behandeling uitgesteld of aangepast worden vanwege de nog niet herstelde bijwerkingen.

Tijdens de behandeling zal goed worden gelet op de werking en bijwerkingen. Als de werking goed is en de bijwerkingen acceptabel zijn, kan de internistoncoloog besluiten om door te gaan met de behandeling. Er kunnen nog andere medicijnen voorgeschreven worden ter ondersteuning van de behandeling.

Inname orale medicatie

Encorafenib/Binimetinitib

  • Neem ’s middags encorafenib en ’s ochtends en ’s middags binimetinib in, TENZIJ uw internist-oncoloog andere instructies heeft gegeven. Dus één maal per dag encorafenib en twee maal per dag binimetinib.
  • De tabletten mogen zowel met als zonder voedsel ingenomen worden, het is wel belangrijk dat ze iedere keer op dezelfde wijze ingenomen worden. Dus altijd met of altijd zonder voedsel. Bij voorkeur niet op een lege maag.
  • De tabletten zonder kauwen doorslikken met water.
  • De tabletten niet fijnmaken, openen of erop kauwen.
  • Bij braken de tabletten niet opnieuw innemen, ook niet bij de volgende inname extra tabletten innemen.
  • Neem geen producten die grapefruit(sap), bittere sinaasappels (marmelade) of pomelo’s bevatten gedurende 7 dagen voor het starten met encorafenib en gedurende de tijd dat u encorafenib inneemt.
  • Als u een dosis bent vergeten, neem dan alleen alsnog de dosis in als er nog minstens 4 uur zit tot u alweer de volgende dosis moet innemen. Als er minder dan 4 uur tussen zit, dan moet u de vergeten tabletten overslaan.

Wanneer altijd bellen

Koorts

  • Bij één keer koorts boven 38.5 graden
  • Bij twee maal achter elkaar 38 graden koorts in een tussentijd van 6 uur
  • Bij koude rillingen

Misselijkheid en braken

  • Bij ernstig en aanhoudend braken gedurende 24 uur of langer
  • Bij tekenen van uitdroging: droge mond, droge huid, weinig of niet meer plassen, donkere urine

Diarree

  • Bij langer dan 24 uur aanhoudende diarree
  • Bij tekenen van uitdroging: droge mond, droge huid, weinig of niet meer plassen, donkere urine

Obstipatie/Verstopping van de ontlasting

  • Bij langer dan drie dagen aanhoudende obstipatie (harde ontlasting en/of verstopping)

Andere situaties waarin u direct moet bellen

  • Bij aanhoudend bloeden van een wondje (langer dan 15 minuten)
  • Bij een lang aanhoudende bloedneus (langer dan 15 minuten)
  • Bij heviger bloedverlies tijdens menstruatie
  • Bij hartkloppingen en duizeligheid
  • Bij plotseling optredende kortademigheid, een gevoel van benauwdheid of een snelle ademhaling die u niet kunt corrigeren
  • Bij pijnlijke plekjes in de mond en moeite met slikken waardoor u niet kunt eten of drinken
  • Bij een pijnlijk en branderig gevoel bij het plassen
  • Bij aanhoudende pijn of een branderig gevoel op de plaats van toediening van cytostatica
  • Bij pijnlijke handen en voeten
  • Bij elk ander nieuw verschijnsel

Bereikbaarheid afdeling

Levensbedreigende situatie: bel 1-1-2.

Spoedsituatie: situaties die niet kunnen wachten (ook niet tot de volgende ochtend of tot na het weekend), zie kopje ‘Wanneer altijd bellen’

Tijdens kantoortijden (8.30-16.30 uur, maandag t/m vrijdag) belt u met één van de oncologie verpleegkundigen via het algemene ziekenhuis nummer: 050-3616161.

Buiten kantoortijden belt u met de verpleegafdeling Medische Oncologie (D2VA) via 050-3614436 (bij geen gehoor: 050-3614435). U krijgt een oncologie verpleegkundige te spreken die zo nodig de dienstdoend internist-oncoloog inschakelt. U wordt daarna zo spoedig mogelijk terug gebeld. Dit is niet bedoeld voor vragen over bijvoorbeeld afspraken of herhaalrecepten.

Niet spoed: voor situaties die niet kunnen wachten tot het volgende polikliniek bezoek, belt u tijdens kantoortijden met één van de oncologie verpleegkundigen via het algemene ziekenhuis nummer: 050-3616161. Vraag naar de oncologie verpleegkundige die u het beste kent (of de vervanger). De oncologie verpleegkundige beoordeelt of de vraag direct beantwoord kan worden of dat overleg met de internist-oncoloog nodig is. In het laatste geval krijgt u zo snel mogelijk bericht terug. Soms krijgt u het advies eerst contact met de huisarts op te nemen.

Via e-mail worden geen vragen beantwoord. We beschouwen dit als medisch niet veilig en het mag niet van de overheid (Algemene Verordening Gegevensbescherming, 2018).

Kanker en voeding

Goede voeding en een stabiel lichaamsgewicht zijn belangrijk. Het vergroot de mogelijkheid om een behandeling te doorstaan en ervan te herstellen.
Goede voeding is gevarieerd en bevat:

  • Voldoende energie
  • Voldoende eiwitten
  • Voldoende vocht
  • Vitamines en mineralen

De internist-oncoloog of de oncologieverpleegkundige zal u naar een diëtist verwijzen als u een grote kans op voedings- of gewichtsproblemen heeft. Als u zelf vragen heeft over voeding kunt u deze altijd stellen aan uw arts of verpleegkundige.

Als u supplementen gebruikt of vaak vette vis eet, dan vragen wij u dit ook te bespreken met uw arts of verpleegkundige. Er kan dan worden uitgezocht of dit eventueel schadelijk is in combinatie met chemotherapie of andere medicijnen vanwege kanker.
Voor meer informatie zie www.kanker.nl of www.voedingenkankerinfo.nl

Kanker en werk

Aan het werk blijven of het werk weer oppakken na een periode van afwezigheid kan ten goede komen aan uw welbevinden en herstel. Werk kan, naast een inkomen, afleiding en houvast bieden: de aandacht gaat even niet uit naar de ziekte, maar naar andere zaken. Ook vinden veel mensen het sociale contact met collega’s prettig.
De mate waarin mensen wel of niet kunnen werken tijdens en na de behandeling is afhankelijk van verschillende factoren. Indien uw ziekte, de bijwerkingen van de behandeling, en de soort werkzaamheden die u doet het toelaten, raden wij u aan om (voor een deel) aan het werk te blijven tijdens de behandeling. Hiervoor zijn geen algemene adviezen te geven. Bespreekt u daarom uw persoonlijke situatie met de internist-oncoloog of oncologieverpleegkundige.
Er zijn wel algemene tips en adviezen over het onderhouden van contact met uw werkgever, overleg met uw bedrijfsarts, en wetgeving. Deze informatie kunt u bijvoorbeeld vinden op de website www.kanker.nl of in de folder “Wat en hoe bij Kanker en Werk. Handleiding voor mensen die kanker hebben (gehad)” (te verkrijgen via de oncologieverpleegkundige of in het Informatiecentrum Oncologie).

Kanker en bewegen

Kanker en de behandeling daarvan hebben een grote impact op uw lichamelijke en geestelijke welzijn. Wetenschappelijk onderzoek leert dat regelmatig bewegen na de behandeling een belangrijke bijdrage kan leveren aan het opbouwen van de conditie en aan het herstel. Ook beweging tijdens de behandeling kan een positieve invloed hebben. Bewegen tijdens een behandeling vanwege kanker is meestal veilig. Vraag uw internist-oncoloog of oncologieverpleegkundige advies over bewegingsactiviteiten die in uw situatie geschikt zijn en neem contact met hen op als u meer dan “normale” klachten ondervindt ten gevolge van het bewegen.

Bijwerkingen doelgerichte therapie

Uw behandeling heeft niet alleen invloed op kankercellen, maar ook op gezonde cellen in het lichaam. Bij het opstellen van deze lijst is gestreefd naar een volledige weergave van alle bijwerkingen die bij uw behandeling op kunnen treden, maar dit houdt niet in dat alle genoemde bijwerkingen zich ook daadwerkelijk zullen voordoen. Het uitblijven van bijwerkingen wil niet zeggen dat de behandeling niet aanslaat. De volgorde waarin de bijwerkingen vermeld staan is willekeurig.

Misselijkheid en braken

Door de behandeling kunt u last krijgen van misselijkheid en braken. De mate waarin misselijkheid voorkomt, verschilt van persoon tot persoon, zelfs bij dezelfde behandeling.
Er zijn tegenwoordig goede medicijnen waarmee dit kan worden voorkomen of verminderd. Indien nodig  krijgt u van de internist-oncoloog een recept mee, voor medicijnen tegen de misselijkheid. Het is belangrijk dat u deze medicijnen volgens voorschrift gebruikt.

Adviezen bij misselijkheid:

  • Voldoende drinken: 2 liter per dag (14 glazen). Probeer niet alleen water te drinken, maar wissel dit af met bijvoorbeeld bouillon, limonade, melkproducten, vruchtensap of groentesap.
  • Gebruik regelmatig een kleine maaltijd, maar forceer het eten niet, eet niet meer dan u kunt.
  • Wanneer u weinig eet en drinkt kunt u soms juist meer last krijgen van een ziek en misselijk gevoel vanwege een lege maag.
  • Wanneer u tijdens de opname last krijgt van misselijkheid, is het goed dit tijdig aan de verpleegkundige te melden zodat u extra medicijnen kunt krijgen om verergering te voorkomen.

Meer informatie over voeding kunt u lezen in de folder ‘Voeding bij kanker’ van KWF Kankerbestrijding.

Diarree

Door de behandeling kunt u diarree krijgen. Diarree is een waterige dunne ontlasting meer dan vier keer per dag. De opname van vocht is dan verstoord door irritatie van het slijmvlies van de darm en een verandering in de stofwisseling van de dunne darm. Als u diarree heeft worden voedingsstoffen in de darmen minder goed opgenomen.

Klachten die hiermee gepaard kunnen gaan:

  • Buikpijn/ buikkrampen
  • Frequente aandrang
  • Dunne ontlasting
  • Veranderde kleur van de ontlasting
  • Overgevoeligheid voor bepaalde voedingsmiddelen
  • Pijn en huidirritatie van het gebied rond de anus
  • Droge mond en droge huid
  • Donkere urine en veel minder vaak plassen

Advies:

Wanneer u last heeft van diarree is het belangrijk dat u veel drinkt om het vochtverlies aan te vullen. Bij de volgende klachten moet u contact opnemen met het ziekenhuis:

  • Diarree die langer dan 24 uur aanhoudt
  • Bloed bij de ontlasting
  • Diarree in combinatie met braken
  • Donkere urine en minder vaak plassen

Vermoeidheid/verminderde energie

U kunt merken dat u tijdens de behandeling minder energie heeft, sneller vermoeid raakt en emotioneel kunt zijn. Houd hier rekening mee in uw dagelijks leven; neem voldoende tijd om te rusten, maar probeer rust wel af te wisselen met activiteiten. Dagelijkse activiteiten kunt u gewoon blijven doen, misschien moet u het tempo wat aanpassen.

Invloed op seksualiteit, vruchtbaarheid en zwangerschap bij doelgerichte therapie

Ook tijdens de behandeling blijft vrijen en geslachtsgemeenschap mogelijk. We adviseren u om tijdens de behandeling tot 1 maand erna een condoom te gebruiken. Enerzijds omdat de behandeling een ongeboren kind ernstig kan beschadigen. Aan de andere kant omdat de schadelijke effecten van doelgerichte therapie bij partners op dit moment nog niet duidelijk zijn.

Vanwege de kans op schadelijke effecten op een ongeboren kind adviseren we u om tot een jaar na behandeling adequate anticonceptie te gebruiken.

De meeste doelgerichte therapieën veroorzaken geen onvruchtbaarheid.

Als gevolg van ziekte of behandeling kunt u echter minder of geen zin hebben in vrijen of geslachtsgemeenschap. Het is belangrijk dat u uw wensen en verwachtingen op dit gebied bespreekt met uw partner. Bij vragen op dit gebied kunt u terecht bij de internist-oncoloog of de oncologieverpleegkundige.

Meer informatie over seksualiteit kunt u lezen in de folder ‘Kanker en seksualiteit’ van KWF Kankerbestrijding.  Zie ook: https://www.kanker.nl/bibliotheek/seksualiteit/gevolgen–2/669-seksualiteit voor aanvullende informatie.

Hoofdpijn

Hoofdpijn kan gepaard gaan met een overgevoeligheid voor prikkels als licht en geluid.

Adviezen:

  • Gebruik ter bestrijding van hoofdpijn 500 mg tot 1000 mg paracetamol per keer (maximaal 4 maal per dag dus niet meer dan een totale dosis van 4 x 1000 mg per dag).
  • Als u ondanks het gebruik van de paracetamol toch hoofdpijnklachten blijft houden, moet u contact opnemen met het ziekenhuis.

Huidreacties bij doelgerichte therapie

Bij behandeling met doelgerichte medicijnen kunnen verschillende huidreacties optreden en ook aan haar en nagels.

  • Droge huid
  • Huiduitslag met roodheid en bultjes
  • Acné
  • Keratosis pilaris; lijkt op gerstekorrels
  • Hyperkeratose: eeltvorming aan handen, voeten of ellebogen
  • Verkleuring van de huid en haar

Algemene adviezen:

  • Draag geen knellende kleding en schoenen.
  • Gebruik bij voorkeur geen zeep tijdens het douchen of baden en gebruik bij voorkeur lauwwarm water.
  • Douche bij voorkeur zo kort mogelijk.
  • Vermijd producten op alcoholbasis.
  • Vermijd geparfumeerde producten.
  • Gebruik een vettige crème, bijvoorbeeld cetametogrolcreme of vaseline-lanettecrème.
  • Vermijdt felle zon, gebruik altijd een zonnebrandcrème met een hoge beschermingsfactor (30 of hoger).

Adviezen bij eeltvorming:

  • Eelt op voetzolen of handpalmen vet houden met een vettige crème of zalf.
  • Na het verweken van het eelt voorzichtig wegvijlen, dit kan ook door een pedicure worden gedaan.
  • Bij pijnlijke eeltvorming op voetzolen, zo min mogelijk schoenen dragen. Draag alleen goed ventilerende schoenen met een stevige zool.
  • Als voetzolen of handpalmen pijnlijk zijn, kan dit vaak verlicht worden door een ijskompres/ijsklontjes.

Hoesten en kortademigheid

Door de behandeling kan er een longontsteking ontstaan die niet veroorzaakt wordt door een bacterie of virus maar door de behandeling zelf. Klachten die daarop kunnen wijzen zijn hoesten en kortademigheid. In de meeste gevallen verloopt deze bijwerking mild, maar in een enkel geval kan er een ernstigere complicatie optreden. Dit type longontsteking gaat meestal vanzelf over als de medicatie (tijdelijk) wordt gestaakt. Als u last heeft van droge hoest of kortademigheid neem dan contact op met het ziekenhuis.

Spierpijn

Door de behandeling kunt u spierpijn of pijn in de gewrichten krijgen.

Adviezen:

  • Gebruik ter bestrijding van pijn 500 mg tot 1000 mg paracetamol per keer (maximaal 4 maal per dag dus niet meer dan een totale dosis van 4 x 1000 mg per dag).
  • Als u ondanks het gebruik van de paracetamol toch pijnklachten blijft houden, moet u contact opnemen met het ziekenhuis.

Oogklachten

Tijdens de behandeling kunt u merken dat uw zicht met een of beide ogen wazig wordt, dat het zicht vervormd is of dat uw gezichtsveld (het deel van de omgeving dat met een oog gezien kan worden) verminderd is. Indien dit het geval is, moet u direct contact met ons opnemen. Hoewel deze klachten meestal verbeteren, is er een risico dat deze niet verbeteren en dan kunnen leiden tot blindheid.