Stellar

A phase II/III study of high-dose, intermittent sunitinib in patients with recurrent glioblastoma multiforme

Protocolnummer: BRF47-2016
EudraCT nummer: 2016-001797-15
METc nummer: 2016/636
Onderzoekscode:

Samenvatting

Het betreft een multicenter, open-label, fase ll/lll studie in het VUmc en UMCG voor patiënten met een recidief GBM.

Via randomisatie (1:1) zullen de patiënten worden verdeeld over twee behandelgroepen. Patiënten in de experimentele arm zullen behandeld worden met sunitinib, 700 mg 1x/14 dagen. Patiënten in de controlegroep worden behandeld met lomustine, 110 mg/m2, 1x per zes weken. Om aan te kunnen tonen dat sunitinib een verbetering in progressie-vrije overleving geeft met 3 maanden, zijn in totaal 100 patiënten (50 per arm) nodig. Response evaluatie vindt elke 6 weken plaats middels een MRI van de hersenen volgens een uniform protocol. Gedurende de behandeling zullen patiënten nauwkeurig worden onderzocht op bijwerkingen en zal elke 6 weken gevraagd worden aan de patiënten en hun partners om twee ‘kwaliteit-van-leven’ vragenlijsten in te vullen. De behandeling gaat door tot aan progressie of onacceptabele toxiciteit.

Inclusiecriteria

  • Ingevuld Informed Consent formulier voorzien van handtekening en datum.
  • Histologisch bevestigd primair of secundair glioblastoom met eerste progressie, minimaal 3 maanden na radiotherapie.
  • Niet meer dan één lijn chemotherapie (concomitant en adjuvant temozolomide). Chemotherapeutische behandeling is minimaal 4 weken vooraf aan randomisatie afgerond.
  • Patiënten mogen een operatie hebben ondergaan voor het recidief. Indien geopereerd, zijn restlaesies of meetbare ziekte niet noodzakelijk na resectie, maar dient de operatie wel het recidief te hebben bevestigd.
  • Geen radiotherapie, stereotactische bestraling of brachytherapie als behandeling voor recidief.
  • Patiënten moeten een Karnofsky score van ≥70% hebben.
  • Patiënten dienen adequate beenmerg-, nier- en leverfuncties te hebben. Dit wordt binnen 7 dagen voor de start van onderzoeksbehandeling bepaald:
    • Hemoglobine ≥ 7.0 mmol/L
    • Neutrofielen ≥ 1.5 x 109/L
    • Thrombocyten ≥ 100 x 109/L
    • ALAT en ASAT ≤ 2.5 x ULN
    • Serum creatinine eGFR ≥ 50 ml/min
    • Albumine ≥ 25 g/L
    • Leeftijd ≥ 18 jaar
  • Fertiele mannelijke en vrouwelijke patiënten moeten anticonceptiemiddelen gebruiken gedurende en drie maanden na het staken van studiemedicatie.
  • Patiënten moeten orale medicatie kunnen slikken.

Exclusiecriteria

  • Aanwijzingen voor significante onbehandelde ziektes, zoals cardiovasculaire aandoeningen (inclusief beroerte, NYHAC klasse III of IV hartziekten, myocardinfarct in de afgelopen 6 maanden, instabiele arythmieën, klinisch relevante hartkleplijden en instabiele angina pectoris); zenuwstelsel aandoeningen, longaandoeningen (inclusief obstruerende long aandoeningen of een voorgeschiedenis met symptomatische bronchospasmes), nierziekten, hepatische, endocriene en gastro-intestinale aandoeningen; of een serieuze, slecht-/niet-genezende wond of fractuur.
  • Patiënten met een eerder behandelde (< 5 jaar) of tweede maligniteit.
  • Eerdere radiotherapie van het abdomen of de longen of meer dan 3 vertebrae. (Minder dan 3 vertebrae wordt als een klein bestralingsveld gezien, waarbij inclusie op individuele basis door de PI wordt besloten.)
  • Hypertensie ondanks adequate behandeling met anti-hypertensiva. De bloeddruk moet ≤ 160/95 mmHg te zijn bij screening bij een stabiele anti-hypertensieve behandeling. Bloeddruk moet stabiel zijn bij tenminste twee aparte metingen.
  • Bekende actieve bacteriële, virale, mycotische, mycobacteriële of andere infecties (inclusief HIV en atypische mycobacteriële ziektes, maar exclusief schimmelinfecties van het nagelbed).
  • Initiële MRI-scan van de hersenen die intratumorale bloeding(en) laat zien, behalve stabiele post-operatieve graad I bloedingen.
  • Bekende overgevoeligheid voor sunitinib of zijn afbraakproducten.
  • Aanwezigheid van een neurologische of psychiatrische aandoening die de compliance van de patiënt kan beïnvloeden.
  • Gebruik van orale of parenterale anticoagulantia of thrombolytica voor therapeutische (in tegenstelling tot profylactische) doeleinden.
  • Drugs of alcohol abusus.
  • Zwangere vrouwen of vrouwen die borstvoeding geven.
  • Aanwijzingen voor een ziekte of aandoening die invloed kan hebben op de compliantie met het protocol of op de interpretatie van onderzoeksresultaten of waardoor de patiënt een verhoogd risico heeft op behandelcomplicaties.
  • Indien patiënt niet bereid is om zich te houden aan de studie- en follow-up procedures.
  • Klinisch relevante voorgeschiedenis met leverziekten, inclusief virale of andere hepatitiden, huidige alcoholabusus of cirrose.

Studiecoördinator

Dr. A.M.E. Walenkamp
Afdeling Medische Oncologie
Tel.: 050 3612821 (secretariaat Oncologie)
E-mail: a.walenkamp@umcg.nl