R2810-ONC-ISA-1981

Acties

A Phase 2 Study of Cemiplimab, an Anti-PD-1 Monoclonal Antibody, and ISA101b Vaccine in Patients with Recurrent/Metastatic HPV16 Cervical Cancer who have Experienced Disease Progression after ≥First Line Chemotherapy.

Samenvatting

Dit is een wereldwijd fase 2-onderzoek naar de behandeling met cemiplimab + ISA101b bij patiënten met HPV16 positief planocellulair cervixcarcinoom met ziekteprogressie na eerstelijns chemotherapie in geval van recidief of metastase. Behandeling en duur van het onderzoek bestaan uit om de 3 weken (Q3W) cemiplimab (met 3 doses ISA101b op dag 1, 29 en 50) tot aan progressie of welke andere reden dan ook om vroegtijdig te stoppen. Het primaire eindpunt is ORR.

Patiënten worden binnen 28 dagen voor de eerste behandeling gescreend op geschiktheid. Alle patiënten krijgen het volgende schema:

  • ISA101b 100 µg/peptide via subcutane (SC) injectie op dag 1, 29 en 50 (in totaal 3 doses).
  • Cemiplimab 350 mg wordt Q3W via intraveneuze (IV) infusie gedurende 30 minuten toegediend op dag 8 en 29 van cyclus 1, op dag 1 en 22 van cyclus 2 tot en met 4, en op dag 1, 22 en 43 van alle daaropvolgende cycli of tot aan ziekteprogressie of stopzetting van het onderzoeksgeneesmiddel om welke reden dan ook.

Opmerking: op dag 29 en 50 wordt eerst cemiplimab toegediend en ongeveer 1 uur na voltooiing van de cemiplimab infusie wordt ISA101b toegediend. Na elke ISA101b-toediening moeten patiënten 4 uur worden geobserveerd. Na de laatste dosis cemiplimab volgt een veiligheidsfollow-up van 90 dagen. Patiënten die om andere redenen dan progressie stoppen met het onderzoeksgeneesmiddel worden ongeveer om de 4 maanden gevolgd door middel van scans tot aan ziekteprogressie of totdat de patiënt met een andere systemische behandeling tegen kanker begint, afhankelijk wat het eerst komt. Na progressie vindt er ongeveer om de 4 maanden overlevingsfollow-up plaats.

Inclusiecriteria

  • Volwassen patiënten van 18 jaar of ouder.
  • Heeft histologisch bevestigde recidiverende of gemetastaseerde HPV16-positieve plaveiselcelkanker met ziekteprogressie na behandeling met een platinahoudende therapie, zoals beschreven in het protocol.
  • De patiënt moet door een specifiek centraal referentielaboratorium positief worden bevonden voor het HPV16-genotype.
  • De patiënt moet een volgens RECIST 1.1 meetbare ziekte hebben.
  • ECOG-prestatiestatus van 0 en 1.
  • Heeft toereikende orgaan- en beenmergfunctie, zoals beschreven in het protocol.
  • Levensverwachting ≥ 20 weken.

Exclusiecriteria

  • Eerdere behandeling met een middel dat de PD-1/PD-L1-route blokkeert.
  • Eerdere behandeling met systemische immuunmodulerende middelen, zoals beschreven in het protocol.
  • Ingrijpende operatie of bestraling in de 14 dagen voorafgaand aan de eerste toediening van het onderzoeksgeneesmiddel.
  • Is in de 4 weken voorafgaand aan de eerste dosis van het onderzoeksgeneesmiddel behandeld met een goedgekeurde systemische therapie, of is nog niet hersteld (d.w.z. graad ≤ 1 of baseline) van eventuele acute toxiciteit, met uitzondering van veranderende laboratoriumwaarden, zoals beschreven in het protocol.
  • Heeft een andere maligniteit die progressie vertoont of waarvoor actieve behandeling nodig is en/of een voorgeschiedenis van een andere maligniteit dan baarmoederhalskanker in de 3 jaar voorafgaand aan de eerste geplande dosis van het onderzoeksgeneesmiddel, zoals beschreven in het protocol.
  • Heeft een aandoening waarvoor in de 4 weken voorafgaand aan de eerste toediening van het onderzoeksgeneesmiddel doorlopende/constante behandeling met corticosteroïden (>10 mg prednison/dag of equivalente ontstekingsremmer) nodig is.
  • Heeft bestaand of recent (in de afgelopen 5 jaar) aantoonbaar een significante auto immuunziekte waarvoor behandeling met systemische immunosuppressiva noodzakelijk is, zoals beschreven in het protocol.

Studiecoördinator

Prof. Dr. A.K.L. Reyners
Afdeling Medische Oncologie
Tel.: 050 3612821 (secretariaat Oncologie)
E-mail: a.k.l.reyners@umcg.nl