Image guided treatment optimalization with cetuximab for patients with metastatic colorectal cancer: IMPACT – CRC
EudraCT nummer: | 2013-002023-41 |
METc nummer: | 2013/452 |
Onderzoekscode: | ON41 |
Samenvatting
Bij uitgezaaide dikke darmkanker wordt in eerste instantie voor behandeling met chemotherapie (5FU of capecitabine gecombineerd met oxaliplatin of irinotecan) gekozen. Indien een patiënt niet meer reageert op deze behandelingen of deze niet meer verdraagt, kan volgens de richtlijnen gekozen worden voor behandeling met cetuximab (een middel dat een specifiek eiwit op (tumor)cellen genaamd EGFR remt). Van dit middel is bekend dat het alleen de tumorgroei kan remmen indien de tumor een niet afwijkende vorm van een bepaald gen, het zogenaamde Ras-gen, bevat. Toch hebben niet alle patiënten in deze groep baat bij de behandeling met cetuximab. De reden hiervan is nog onduidelijk en voor ons reden tot nader onderzoek. Een van de mogelijke oorzaken, naast andere mutaties, zijn verschillen in de farmacokinetiek. De hypothese hierbij is dat bij non-responders onvoldoende cetuximab de metastasen bereikt omdat het weggevangen wordt in de lever die veel EGFR tot expressie brengt. Daarnaast kan ook de doorbloeding van de tumor laesies een rol spelen. We veronderstellen dat opname van cetuximab in de metastasen vereist is voor response en dat we met hogere dosering opname bereiken en daarmee het klinische effect van cetuximab bij patiënten met gemetastaseerd coloncarcinoom met wildtype Ras-gen verbeteren. In part 2 van de studie wordt onderzocht of een vroege FDG PET scan na 2 weken behandeling non-responders kan identificeren.
Inclusiecriteria
- Uitgezaaide dikke darmkanker
- Patiënten die al standaardtherapie hebben gehad met een fluoropyrimidine (bijv. fluorouracil of capecitabine), irinotecan, en oxaliplatin of deze middelen niet meer verdragen
- Leeftijd ≥ 18 jaar
- Histologisch of cytologisch bewezen maligniteit
- De tumor moet wild type Ras-gen getest zijn
- Part I: Patiënten hebben tenminste 1 meetbare laesie ≥ 2 cm buiten de lever. Laesies moeten meetbaar zijn met CT of MRI volgens Response Evaluation Criteria in Solid Tumors (RECIST 1.1)
Part II: Patiënten hebben tenminste 1 meetbare laesie ≥ 1 cm. - WHO-score van 0, 1 of 2
- Goede lever- en nierfuncties
Patiënteninformatie moet getekend worden alvorens het onderzoek begint
Exclusiecriteria
- Eerdere behandeling met anti-EGFR middel
- Ernstige huidaandoening die interfereert met de behandeling
- Zwangere vrouwen of vrouwen die borstvoeding geven. Vruchtbare vrouwen moeten een negatieve zwangerschapstest hebben. Deze moet binnen 7 dagen voor start van de behandeling uitgevoerd worden. Zowel mannen als vrouwen moeten anticonceptie gebruiken gedurende de studie (zoals een pessarium, condoom). Orale anticonceptie wordt niet beschouwd als geschikte anticonceptie, omdat het met de farmacokinetiek van de studiemedicatie kan interfereren. Het gecombineerde gebruik van orale en niet-orale anticonceptie wordt sterk aangeraden. Het gebruik van anticonceptie is 6 maanden na het ontvangen van de laatste dosis van de studiemedicatie noodzakelijk.
- Gelijktijdige toediening van chemotherapie, immunotherapie of een ander anti-kankermiddel tijdens de studie of 4 weken voor de start van de studie.
- Radiotherapie van de target laesies tijdens de studie of binnen 4 weken voor start van de studie. Palliatieve radiotherapie is wel toegestaan.
- Een ingrijpende operatie binnen 28 dagen voor start studie.
- Drugsmisbruik, medische, psychologische of sociale aandoeningen die kunnen interfereren met deelname aan de studie of evaluatie van de studieresultaten.
Een instabiele of potentieel gevaarlijke aandoening die de proefpersoon in gevaar kan brengen en/of haar/zijn deelname aan de studie kan belemmeren
Studiecoördinator
Bij vragen of verwijzingen graag contact opnemen met de studiecoördinator.
Prof. Dr. G.A.P. Hospers
Afdeling Medische Oncologie
Tel.: 050-3612821 (secretariaat Oncologie)
E-mail: g.a.p.hospers@umcg.nl