CTMX-M-072-001 (PROCLAIM-001)

An open-label, dose-finding and proof of concept study of the PD-L1 probody™ therapeutic, CX-072, as monotherapy and in combination with yervoy (ipilimumab) or with zelboraf (vemurafenib) in subjects with advanced or recurrent solid tumors or lymphomas.

Protocolnummer: CTMX-M-072-001
EudraCT nummer: 2016-002490-36
METc nummer: 2017/269
Onderzoekscode:

Samenvatting

Multi-center fase 1 studie met CX-072. CX-072 is een PD-L1-antibody probody, welke omgezet wordt in PD-L1-antibodydoor tumor proteasen in de tumor microenvironment.
De gedachte is hiermee PD-L1 inhibitie te bereiken in de tumor-microenvironment en toxiciteit in weefsel zonder tumor proteasen te minimaliseren.
De studie is opgedeeld in verschillende cohorten.
Potentials graag tijdig melden, zodat bij open gaan slots plekken kunnen worden gereserveerd.

COHORT A: Monotherapie met CX-072 iedere twee weken. Potentials: Locoregionaal gevorderd / gemetastaseerde maligniteit of lymfoom, zonder eerdere PD-1/PD-L1 checkpoint inhibitie en geen standard care lijnen meer beschikbaar.

COHORT B1: Combinatietherapie CX-072 iedere twee weken + ipilimumab iedere drie weken (3 mg/kg of 10 mg/kg). Potentials: Locoregionaal gevorderd / gemetastaseerde maligniteit of lymfoom zonder eerdere PD-1/PD-L1 of CTLA-4 checkpoint inhibitie en geen standard care lijnen meer beschikbaar.

COHORT B2: Combinatietherapie CX-072 iedere twee weken + ipilimumab iedere drie weken (3 mg/kg of 10 mg/kg). Potentials: : Locoregionaal gevorderd / gemetastaseerde maligniteit of lymfoom. Eerder PD-1/PD-L1 checkpoint inhibitie gehad, stop wegens andere reden dan toxiciteit, geen CTLA-4 inhibitor gehad. Patiënt moet biopteerbare laesies hebben in geval van ipi 3 mg/kg, niet bij 10 mg/kg.

COHORT C: CX-072 iedere twee weken + vemurafenib. Potentials: Locoregionaal gevorderd / gemetastaseerd melanoom.  BRAF V600E mutatie, geen BRAF-inhibitor gehad, geen PD-1/PD-L1 checkpoint inhibitor gehad. (Let op: hersenmetastasen moeten stabiel zijn).

COHORT D: Expansiecohort cohort A, specifiek in patiënten met locoregionaal gevorderd of gemetastaseerde maagca. of maligniteit van de gastro oesophageale overgang. Mogelijk nog amendement waardoor inclusie dezelfde tumortypen als in cohort A.

Inclusiecriteria

  • Histologisch bevestigde diagnose van de volgende metastatische of gevorderde inoperabele tumoren die progressie hadden bij standaard therapie:
    • Deel A: elke metastaserende of gevorderde inoperabele solide tumoren of lymfomen, meetbare of niet-meetbare ziekte toegestaan, geen verdere standaardbehandeling beschikbaar
      • Niet eerder behandeld met een PD1/PDL1 remmer
      • Geen PD1/PDL1 remmer behandeling beschikbaar voor hun specifieke ziekte in het land waar zij worden behandeld
    • Deel B1: elke metastaserende of gevorderde inoperabele solide tumor of lymfoom, meetbare of niet-meetbare ziekte toegestaan, geen verdere standaardbehandeling beschikbaar
      • Niet eerder behandeld met een PD1/PDL1 remmer
      • Geen PD1/PDL1 remmer behandeling beschikbaar voor hun specifieke ziekte in het land waar zij worden behandeld
      • Niet eerder behandeld met een CTLA4 remmer
    • Deel B2: elke metastaserende of gevorderde inoperabele solide tumor or lymfoom met meetbare ziekte toegestaan, geen verdere standaardbehandeling beschikbaar
      • Eerdere behandeling met PD1/PDL1 remmer
      • Gestopte behandeling met PD1/PDL1 remmer door redenen anders dan toxiciteit.
      • Niet eerder behandeld met een CTLA4 remmer
      • Akkoord gaan met deelname aan een biomarker analyse en een tumor hebben die geschikt is om biopten van te nemen (enkel in cohorten die CX072 + 3mg ipilimumab krijgen [maar geen 10 mg ipilimumab]
    • Deel C: metastaserende of gevorderde inoperabele melanoom met BRAF V600E mutatie, gedetecteerd met een voor diagnose goedgekeurde test (in het gebied waar het proefpersoon wordt behandeld), meetbare of niet-meetbare ziekte toegestaan
      • Niet eerder behandeld met BRAF-remmer
      • Niet eerder behandeld met een PD1/PDL1 remmer
    • Deel D: metastaserende of gevorderde inoperabele maag en slokdarm kankers, meetbare ziekte vereist.
      • Niet eerder behandeld PD1/PDL1
      • Personen van wie hun tumorweefsel geanalyseerd is op PDL1 mogen niet deel nemen als zij PDL1 negatief zijn. (Personen die PDL1 positief zijn of nog nooit een PDL1 tumor beoordeling hebben gehad kunnen deelnemen.)
      • HER2 negatief (FISH or IHC testen worden geaccepteerd)
      • Voor maag en slokdarm tumoren met een significant oesofageaal deel, oesofageale kanker Siewert II/III
      • Personen moeten ongeschikt zijn voor chemotherapie op basis van platina of fluorpyrimidine of goedgekeurd ramucirumab gebaseerd regime
  • Instemming om verplicht gearchiveerd weefsel of verse biopt te leveren. Een tumor biopt is nodig bij de bepaling van de baseline als er geen ander rapport or histologische diagnose van de tumor is.
  • Voor personen die in Deel B2 3 mg/kg ipilimumab krijgen en zij die instemmen met meedoen aan de biomarker analyse en die een tumor hebben op een plaats die geschikt is voor biopsie, moeten personen binnen 90 dagen van begin participatie in het onderzoek een biopsie ondergaan en bereid zijn nog op zijn minst 1 andere tumor biopt te ondergaan gedurende de behandeling.
  • Personen met behandelde hersenmetastases komen in aanmerking als de hersenmetastases stabiel zijn en het persoon geen stralingstherapie of steroïden nodig heeft. Actieve screening voor hersenmetastases (Bijvoorbeeld computertomografie [CT] or magnetic resonance imaging [MRI] van de hersenen) is niet nodig.
  • Op zijn minst 18 jaar oud.
  • Eastern Cooperative Oncology Group (ECOG) prestatiestatus van 0 of 1.
  • Verwachte levensverwachting van op zijn minst 3 maanden.
  • Screening laboratoriumwaarden moeten voldoen aan de volgende criteria:
    • Witte bloedcellen (WBCs) > 2000/μL
    • Neutrofielen ≥ 1500/μL;
    • Bloedplaatjes ≥ 100 x 10(3)/μL;
    • Hemoglobine ≥ 9.0 g/dL;
    • Creatinine ≤ 2 mg/dL;
    • Aspartaat aminotransferase (AST) ≤ 2.5 x bovenste limiet van normaal (ULN); ≤ 5 x ULN voor personen met levermetastase; <3 x ULN voor personen in Deel C (Vermurafenib + CX072). Geen bovenlimiet voor personen met HCC of alvleesklierkanker;
    • Alanine aminotransferase (ALT) ≤ 2.5 x ULN; ≤ 5 x ULN voor personen met levermetastase; <3 x ULN voor personen in Deel C (Vemurafenib + CX072). Geen ULN voor personen met HCC of alvleesklierkanker;
    • Totaal bilirubine binnen ULN (tenzij gediagnosticeerd met Gilbert’s syndroom, die personen moeten een totaal bilirubine hebben van <3.0 mg/dL of 51.3 μmol/L). Geen bovenlimiet voor personen met HCC;
    • Amylase en Lipase 1.5 x ULN. Geen bovenlimiet voor personen met alvleesklierkanker.
  • Vruchtbare vrouwen en mannen moeten instemmen met het gebruik van hoogst effectieve methode van contraceptie (hormonaal of sterilisatie of ontzegging) vooraf aan het beginnen met het onderzoek, gedurende de behandeling met onderzoeksmedicatie, en voor een periode van 105 dagen na de laatste behandeling en voor 180 dagen wanneer vemurafenib ontvangen.
    • Hoog effectieve methoden van contraceptie die resulteren in een laag percentage mislukkingen (bijv. <1% per jaar) wanneer consistent en correct gebruikt bevatten implantaten, injecteerbare middelen, gecombineerde hormonale anticonceptiva, sommige intra-uteriene middelen, seksuele onthouding of een gesteriliseerde partner.
      • Gecombineerde hormonale anticonceptiva zijn niet een hoog effectieve manier van contraceptie voor proefpersonen die vemurafenib nemen in Deel C.
      • Volledige onthouding, wanneer overeenkomstig met de voorkeur en gebruikelijke levensstijl van de proefpersoon, wordt alleen als een hoog effectieve methode gezien als gedefinieerd als afzien van heteroseksuele gemeenschap gedurende de gehele periode van de risico’s in verband met de onderzoeksbehandelingen. (Periodieke onthouding [bijv. kalender, ovulatie, symptothermale, post ovulatie methoden] en het terugtrekken zijn geen acceptabele manieren van contraceptie.)
  • Het kunnen begrijpen van en bereid zijn om een geschreven patiënten informatie formulier te tekenen zich te houden aan het onderzoekschema en de verboden.

Exclusiecriteria

  • Eerdere behandeling met een chimeer antigen receptor (CAR) T-cel bevattend regime.
  • Startwaarden QTc is > 470 msec in de met vemurafenib behandelde arm, of het innemen van een medicijn dat bekend staat om het verlengen van het QT interval.
  • Geschiedenis van myocarditis ongeacht de oorzaak.
  • Behandeling met sterke CYP3A4 remmers of induceerders, net als het gebruik van CYP1B1 substraten met een nauw therapeutisch venster toegewezen aan de vemurafenib behandelingsarm. http://medicine.iupui.edu/clinpharm/ddis/maintable/
  • Geschiedenis van ernstige allergische of anafylactische reacties op humaan monoklonaal antilichaam behandeling of bekende hypersensitiviteit voor enige Probody Tx.
  • Actieve of geschiedenis van uveale, mucosale of oculaire melanomen is uitgesloten in Delen B2 en C.
  • Personen met een gastrostoma worden geëxcludeerd voor Deel D.
  • Human immunodeficiency virus (HIV) of verworven immunodeficiëntiesyndroom (aids)gerelateerde ziekte, chronische hepatitis B of C.
  • Geschiedenis van of huidige actieve auto-immuun ziekten, inclusief maar niet beperkt tot inflammatoire darmziekte, reumatische artritis, auto-immune thryreoïditis, auto-immune hepatitis, systemische sclerose, systemische lupus erythematosus, auto-immune vasculitis, auto-immune neuropathieën, of type 1 insulineafhankelijke diabetes mellitus.
  • Geschiedenis van een syndroom of medische conditie(s) die systemische steroïden (>10mg dagelijkse prednison equivalenten) of immunosuppressieve medicatie vereist.
  • Geschiedenis van allogene weefsel/vaste orgaantransplantatie, eerdere stamcel of beenmergtransplantatie.
  • Chemotherapie, bio-chemotherapie, bestraling of immunotherapie of elke andere onderzoek behandeling binnen 30 dagen voor het ontvangen van de studiemedicatie.
  • Grote operatie (algehele narcose vereist) binnen 3 maanden of kleine operatie (exclusief biopsies uitgevoerd met lokale/plaatselijke verdoving) of Gamma Knife behandeling binnen 14 dagen (met adequaat herstel) van toediening van de studiemedicatie.
  • Onopgeloste acute toxiciteit van de NCI CTCAE v4.03 Graad > 1 (of uitgangswaarde, welke er groter is) van eerdere antikanker therapie. Alopecie en andere niet-acute toxiciteiten zijn toegestaan.
  • Geschiedenis van kwaadaardige kanker die actief is geweest in de afgelopen 2 jaar, behalve gelokaliseerde kankers die geen verband houden met de huidige kanker die wordt behandeld en waarvan wordt uitgegaan dat hij is genezen en naar het oordeel van de onderzoeker, een laag risico van herhaling vormt. Deze uitzonderingen omvatten, maar zijn niet beperkt tot, basale en squameuze cel huidkanker, oppervlakkige blaaskanker of carcinoma in situ van de prostaat, de cervix of de borst.
  • Hebben een levend vaccin ontvangen binnen 30 dagen voor de eerste dosis van de studiemedicatie.
  • Bekende reeds bestaande toestand van leeftijdsgebonden maculaire degeneratie (AMD).
  • Ongecontroleerde bijkomende ziekte, waaronder, maar niet beperkt tot, permanente of actieve infectie (inclusief koorts binnen 48 uur na screening), symptomatische congestief hartfalen (ie, New York Heart Association Class III or IV), instabiele angina pectoris, klinisch significante en ongecontroleerde cardiale aritmie, niet-genezende wond of zweer, of psychiatrische ziekte/sociale situaties die naleving van de studie-eisen zou kunnen beperken.
  • Deelname in een lopende klinische studie waarbij wordt behandeld met medicijnen, bestraling of een operatie.
  • Zwangere vrouwen of vrouwen die borstvoeding geven.

Studiecoördinator

Drs. I.C. Kok
Arts-onderzoeker

Afdeling Medische Oncologie
Tel.: 050 3612821 (secretariaat Oncologie)
E-mail: i.c.kok@umcg.nl

Prof. Dr. E.G.E. de Vries
Afdeling Medische Oncologie
Tel.: 050 3612821 (secretariaat Oncologie)
E-mail: e.g.e.de.vries@umcg.nl