De polikliniek Medische Oncologie van het UMCG is te vinden aan Fonteinstraat 20 op de begane grond. In deze grote polikliniekruimte houden vele specialisten van de afdeling Medische Oncologie, maar ook van veel andere afdelingen, spreekuur. Patiënten die de polikliniek bezoeken, kunnen voor de eerste keer komen of voor een vervolgbezoek.
Als een patiënt langer moet wachten, kan dit ook in verblijfsruimte de Stee. Die bevindt zich op de eerste verdieping van het Oncologie Centrum en lijkt veel op een huiskamer met grote relaxstoelen en leestafels. Gastvrouwen ontvangen de patiënten met koffie of thee, en de patiënten kunnen er ook wat te eten of drinken kopen. De inrichting van deze ruimte is geschonken door de Stichting Vrienden van het UMCG.
Eerste bezoek
Voorafgaand aan het eerste bezoek is er meestal al overleg geweest met een van de medisch oncologen. Veel patiënten worden doorverwezen door specialisten van andere ziekenhuizen of van andere afdelingen van het UMCG. Soms worden patiënten rechtstreeks door de huisarts verwezen.
Vaak zijn er al een aantal onderzoeken gedaan en is er ook al een vermoeden van een bepaalde ziekte uitgesproken. Het kan ook zijn dat een patiënt al een aantal jaren behandeld is in een ander ziekenhuis, maar voor advies of voor overname van de behandeling naar de afdeling Medische Oncologie van het UMCG wordt verwezen. Waar dat mogelijk is, wordt gebruikgemaakt van de gegevens van onderzoeken die al gedaan zijn, maar vaak zullen onderzoeken herhaald moeten worden, omdat ons ziekenhuis als gespecialiseerd universitair centrum nu eenmaal over meer technieken beschikt dan de verwijzende ziekenhuizen.
Wie voor het eerst een afspraak heeft, meldt zich met de afsprakenbrief bij de balie. Een medewerker legt uit hoe de patiënt zichzelf kan aanmelden op het aanmeldstation dat naast de balie te vinden is. Daar krijgt de patiënt een bon waarop een patiëntnummer staat en een van de wachtruimtes waar hij kan plaatsnemen. Zodra de patiënt zich heeft aangemeld, ziet de arts in Poliplus dat de patiënt in de wachtruimte is gaan zitten. De arts kan zo bijhouden hoe lang de patiënt zit te wachten. Via een beeldscherm in de wachtruimte ziet de patiënt dat hij naar de spreekkamer kan gaan. Op dit beeldscherm kan de patiënt ook informatie volgen over bijvoorbeeld de wachttijden en de spreekuren die die dag worden waargenomen. Deze manier van aanmelden en registreren levert niet alleen de patiënt veel duidelijkheid op, ook het Oncologie Centrum zelf krijgt informatie om zijn werkprocessen verder te verbeteren. Patiënten die voor de eerste keer komen, moeten zich bij de balie inschrijven. Het is belangrijk dat zij verzekeringspapieren en een legitimatiebewijs bij zich hebben en eventueel een verwijsbrief, als deze niet al opgestuurd is. De medisch oncoloog moet goed geïnformeerd zijn over de medische voorgeschiedenis (vroegere operaties en eerder doorgemaakte ziekten) en het gebruik van medicamenten. Het is handig als deze gegevens vast op een lijstje staan.
Bij patiënten die voor een vervolgbezoek komen, wordt eerst bloed afgenomen voordat ze door de medisch oncoloog gezien worden. Een deel van de bloeduitslagen wordt met spoed bepaald door het laboratorium. Dit betekent dat een patiënt wat langer moet wachten voordat deze binnengeroepen wordt (het prikken en het wachten op de uitslag duurt een half uur tot een uur). Het grote voordeel hiervan is dat uitslagen dan meteen bekend zijn en besloten kan worden of er snel actie ondernomen moet worden.
Patiënten voor de polikliniek Medische Oncologie delen de wachtkamer met patiënten van veel andere specialismen. Het is daarom goed mogelijk dat patiënten die later binnenkomen eerder binnengeroepen worden.
Vanzelfsprekend mag in de wachtkamer niet gerookt worden en mag er geen alcohol genuttigd worden.
Wel of niet een eigen dokter?
Als de uitslagen bekend zijn, wordt de patiënt door de medisch oncoloog uitgenodigd om binnen te komen. Soms wordt de medisch oncoloog vergezeld door een co-assistent (student geneeskunde) of een arts-assistent in opleiding tot medisch specialist of een arts-onderzoeker. Niet alleen artsen, maar ook verpleegkundigen of nurse practitioners zien patiënten die specifieke voorlichting of controles nodig hebben. De afdeling streeft ernaar dat een patiënt steeds door dezelfde arts gezien wordt, maar dit lukt natuurlijk niet altijd. Wanneer een patiënt vervolgens opgenomen moet worden, dan is de organisatie anders: op de afdeling is per toerbeurt een van de stafleden Medische Oncologie eindverantwoordelijk voor het beleid en dus draagt de medisch oncoloog die poliklinisch behandelaar is als het ware de medische verantwoordelijkheid tijdelijk over. Natuurlijk blijft deze wel nauw betrokken bij de patiënt.
Bij het eerste bezoek wordt getracht een goed beeld te krijgen van de klachten en de overige lichamelijke gesteldheid van de patiënt. Vaak is zo’n eerste kennismaking erg belangrijk en wordt er al veel besproken. Het is verstandig om als patiënt een partner, familielid of andere vertrouwenspersoon mee te nemen die mee kan luisteren. Meestal worden aanvullende onderzoeken ingepland om een beter beeld te krijgen van het ziektebeeld en de conditie van de patiënt, zodat een goed behandelplan gemaakt kan worden.
Na het polikliniekbezoek wordt vrijwel steeds een vervolgafspraak gemaakt en worden eventuele vereiste onderzoeken ingepland. De organisatie hiervan ligt bij de medewerkers van de medische administratie achter de balie.
Tussendoor langskomen
Elke medische oncoloog heeft vaste dagdelen per week spreekuur op een vast tijdstip. De andere dagen zijn gevuld met vele andere taken, zoals zorg voor de afdeling, overleg met andere medisch specialisten en onderzoek of onderwijs. De polikliniekkamers zijn dus ook niet van de medisch oncologen zelf en worden elk dagdeel weer door andere artsen gebruikt. Wanneer een patiënt eerder dan afgesproken op het spreekuur moet komen, is het daarom meestal niet mogelijk om door de eigen arts gezien te worden, omdat deze dan niet beschikbaar is. Elke dag houden er medisch oncologen spreekuur, dus er is elke dag een mogelijkheid om een arts te spreken. Wel moet er altijd van tevoren telefonisch overleg geweest zijn, zodat ook alle nodige informatie aanwezig kan zijn.
Als het om een spoedprobleem gaat, is het overigens vaak beter om gezien te worden op de afdeling Centrale Spoed Opvang (de CSO), omdat daar veel spoedartsen werken en veel meer middelen en apparatuur beschikbaar zijn, zoals medicijnen, infuusbehandeling, röntgenapparatuur en dergelijke. Als de verwachting is dat een opname nodig zal zijn, zal dit ook via de afdeling Centrale Spoed Opvang geregeld moeten worden. Regelmatig zal een patiënt die belt dan ook het advies krijgen zich daar te vervoegen.
Belangrijke telefoonnummers
- Voor informatie en het verzetten van afspraken neemt u contact op met de administratie van de polikliniek: 050-3612370, bereikbaar op werkdagen van 8.00 tot 16.30 uur.
- Voor afspraken op het dagcentrum voor onderzoeken en behandelingen aldaar, zoals bloedtransfusie en chemotherapie: 050-3613033.
- Voor verpleegkundige vragen en medische spoed (tijdens kantooruren: ma-vr tussen 8.30 en 16.30 uur), neem contact op met een oncologieverpleegkundige of een van onze verpleegkundig specialisten: algemene nummer UMCG 050-3616161, vraag naar Margreet van Nijen (toestelnummer 69405), Henny van Essen (toestelnummer 69382), Yvonne van Straalen (toestelnummer 69376), Jaap Feenstra (toestelnummer 69400), Sophie Bunskoek (toestelnummer 69384), Renske Horinga (toestelnummer 14029), Sietze Oosterhuis (toestelnummer 17923) of Ans Lubach (toestelnummer 17920). Voor algemene vragen aan de verpleegkundigen kunt u vragen naar piepernummer 77136. Zij zullen zo nodig de vraag of het probleem doorspelen naar de behandelend arts, die indien nodig terugbelt.
- Voor verpleegkundige vragen en medische spoed (’s avonds ma-vr tussen 16.30 en 8.30 uur en in het weekend) kunt u bellen met de verpleegafdeling D2VA (050-3614436). De verpleegkundigen kunnen dan overleggen met de dienstdoende oncoloog, die u zo nodig terugbelt.