Algemene inleiding
De informatie in dit document is bedoeld als aanvulling op de informatie die u al heeft gekregen van uw behandelend internist-oncoloog en de oncologieverpleegkundige. Het is bekend dat veel van de informatie die u tijdens de eerste gesprekken over uw ziekte en de behandeling krijgt verloren gaat, en dat de vragen over behandeling en mogelijke bijwerkingen meestal later komen. U kunt de informatie thuis rustig nalezen om u voor te bereiden op de behandeling die u gaat krijgen. Vragen kunt u stellen bij een volgend bezoek aan de polikliniek of via de uitgereikte telefoonnummers.
Wat is immunotherapie
Immunotherapie is een behandeling dat zich richt op het versterken van het afweersysteem.
Normaal gesproken zou het afweersysteem ziektekiemen, maar ook ongezonde cellen moeten herkennen en opruimen. Sommige tumoren hebben een manier gevonden om te voorkomen dat het afweersysteem de kankercellen herkent, door een bepaald signaal af te geven. Door de immunotherapie wordt dit signaal weer geblokkeerd, waardoor de tumor weer zichtbaar wordt voor het afweersysteem. Op die manier is het afweersysteem toch in staat om de tumor te vernietigen.
Algemene informatie over immunotherapie kunt u vinden in de folder ‘immunotherapie’, op immunotherapie en op www.kanker.nl
Wat is doelgerichte therapie
Bij doelgerichte therapie worden er medicijnen gegeven om kankercellen te doden of de groei ervan te remmen. Deze medicijnen richten zich op specifieke eigenschappen van kankercellen. Dit doen ze door de werking van bepaalde eiwitten van de kankercel te blokkeren. Er zijn veel verschillende eigenschappen van kankercellen die aangrijpingspunten kunnen zijn van doelgerichte therapie, bijvoorbeeld de ongecontroleerde groei van sommige kankercellen of het proces waarbij kankercellen de aanmaak van nieuwe bloedvaten stimuleren. Een belangrijke voorwaarde voor doelgerichte therapie is dan ook dat de kankercellen die specifieke eigenschappen hebben. Dit kan namelijk per kankersoort verschillen. Bij sommige kankersoorten onderzoeken we eerst of de kankercellen die specifieke eigenschappen hebben. In de meeste gevallen wordt doelgerichte therapie gegeven in tabletvorm. Er zijn ook middelen die worden gegeven via het infuus.
Algemene informatie over doelgerichte therapie kunt u vinden in de folder ‘doelgerichte therapie’ van V&VN Oncologie, op doelgerichte therapie en op www.kanker.nl.
Werkingsmechanisme voorgestelde doelgerichte therapie
Doelgerichte therapie met meervoudige werking
Bepaalde medicijnen van doelgerichte therapie hebben een meervoudige werking op de tumor. Ze beïnvloeden bijvoorbeeld de nieuwe bloedvatvorming, ook wel angiogenese genoemd. Het medicijn blokkeert receptoren en daarmee de aanmaak van nieuwe bloedvaten en heeft daardoor een remmend effect op de tumorgroei.
Daarnaast beïnvloedt het medicijn op soortgelijke wijze andere eiwitten die betrokken zijn bij het stimuleren van celdeling, uitzaaien van de tumorcellen of het voorkomen van cel sterfte. Door het blokkeren van deze receptoren kunnen de tumorcellen bijvoorbeeld minder goed groeien.
Behandelplan
De behandeling die u krijgt bestaat uit pembrolizumab (immunotherapie) is en lenvatinib (doelgerichte therapie). De pembrolizumab zal eens in de 3 weken toegediend worden via een infuus op het dagcentrum. De lenvatinib zijn capsules die u dagelijks thuis inneemt.
Op de dag dat u de poliklinische kuur toegediend krijgt, laat u eerst bloedprikken, waarna u de oncoloog of de verpleegkundig specialist op de polikliniek bezoekt. Op basis van hoe het met u gaat en de uitslag van de bloedwaarden, zal vastgesteld worden of u de kuur kunt krijgen. De kuur wordt dan door de oncoloog besteld bij de apotheek. De apotheek heeft enige tijd nodig om het voor u te bereiden (dit geldt voor pembrolizumab en de lenvatinib). De lenvatinib wordt besteld bij de poliklinische apotheek UMCG en kan daar opgehaald worden.
U kunt op het klaarmaken van uw infuus wachten in verblijfsruimte De Stee. Deze comfortabele wachtruimte bevindt zich op de 1e verdieping van de polikliniek Oncologie en is bereikbaar via de trap middenin de poli of met de lift bij Fonteinstraat 19. De medewerkers van de polikliniek wijzen u graag de weg. Soms kunt u eerder dan de afgesproken tijd terecht op het dagcentrum. U kunt bij de balie van het dagcentrum uw eigen mobiele telefoonnummer doorgeven. U kunt dan gebeld worden als u eerder geholpen kunt worden op het dagcentrum. Wordt u niet via de telefoon opgeroepen, dan kunt u zich op het geplande tijdstip op het dagcentrum melden. Wij raden u aan om iets mee te nemen ter ontspanning tijdens het wachten.
In totaal duurt uw bezoek aan het UMCG als u voor een poliklinische kuur komt, ongeveer 5 uur (bloed prikken, polibezoek en verblijf op het dagcentrum).
Uiteraard kunt u uw vragen stellen tijdens het polikliniek bezoek. Wij raden u aan om deze op een briefje te verzamelen. Uw oncoloog moet ook op de hoogte zijn van overige geneesmiddelen die u gebruikt. Dit geldt voor receptgeneesmiddelen, maar ook voor niet–receptgeneesmiddelen, vitamines en kruidengeneesmiddelen.
Tijdens de behandeling zal goed worden gelet op de werking en bijwerkingen. Soms moet de kuur worden uitgesteld vanwege nog niet herstelde bijwerkingen.
Er kunnen nog andere medicijnen voorgeschreven worden ter ondersteuning van de behandeling.
2 weken na de eerste toediening komt u op de polikliniek voor controle. Na elke 4 kuren wordt er een CT scan gemaakt.
Zolang de werking goed is en de bijwerkingen acceptabel zijn kan uw oncoloog besluiten om door te gaan met de behandeling.
Inname orale medicatie
Levatinib
Neem 1 keer per dag 2 capsules in van 10 mg, TENZIJ uw oncoloog u andere instructies gegeven heeft.
- U neemt de capsules iedere dag in met water op ongeveer hetzelfde tijdstip, met of zonder eten.
- U mag de capsules niet openen
- Bij braken de capsule niet opnieuw innemen, ook niet bij de volgende inname extra capsules innemen.
- Neem geen producten die grapefruit(sap), bittere sinaasappels (marmelade) of pommelos bevatten gedurende 7 dagen voor het starten met lenvatinib en gedurende de tijd dat u lenvatinib inneemt.
- Als u een dosis bent vergeten, neem dan alleen alsnog de dosis in als er nog minstens 12 uur zit tot u weer de volgende dosis moet innemen. Als er minder dan 12 uur tussen zit, dan moet u de vergeten capsules overslaan.
Wanneer altijd bellen
Koorts
- Bij één keer koorts boven 38.5 graden
- Bij twee maal achter elkaar 38 graden koorts in een tussentijd van 6 uur
- Bij koude rillingen
Misselijkheid en braken
- Bij ernstig en aanhoudend braken gedurende 24 uur of langer
- Bij tekenen van uitdroging: droge mond, droge huid, weinig of niet meer plassen, donkere urine
Diarree
- Bij langer dan 24 uur aanhoudende diarree
- Bij tekenen van uitdroging: droge mond, droge huid, weinig of niet meer plassen, donkere urine
Obstipatie/Verstopping van de ontlasting
- Bij langer dan drie dagen aanhoudende obstipatie (harde ontlasting en/of verstopping)
Andere situaties waarin u direct moet bellen
- Bij aanhoudend bloeden van een wondje (langer dan 15 minuten)
- Bij een lang aanhoudende bloedneus (langer dan 15 minuten)
- Bij heviger bloedverlies tijdens menstruatie
- Bij hartkloppingen en duizeligheid
- Bij plotseling optredende kortademigheid, een gevoel van benauwdheid of een snelle ademhaling die u niet kunt corrigeren
- Bij pijnlijke plekjes in de mond en moeite met slikken waardoor u niet kunt eten of drinken
- Bij een pijnlijk en branderig gevoel bij het plassen
- Bij aanhoudende pijn of een branderig gevoel op de plaats van toediening van cytostatica
- Bij pijnlijke handen en voeten
- Bij elk ander nieuw verschijnsel
Bereikbaarheid afdeling
Levensbedreigende situatie: bel 1-1-2.
Spoedsituatie: situaties die niet kunnen wachten (ook niet tot de volgende ochtend of tot na het weekend), zie kopje ‘Wanneer altijd bellen’
Tijdens kantoortijden (8.30-16.30 uur, maandag t/m vrijdag) belt u met één van de oncologie verpleegkundigen via het algemene ziekenhuis nummer: 050-3616161.
Buiten kantoortijden belt u met de verpleegafdeling Medische Oncologie (D2VA) via 050-3614436 (bij geen gehoor: 050-3614435). U krijgt een oncologie verpleegkundige te spreken die zo nodig de dienstdoend internist-oncoloog inschakelt. U wordt daarna zo spoedig mogelijk terug gebeld. Dit is niet bedoeld voor vragen over bijvoorbeeld afspraken of herhaalrecepten.
Niet spoed: voor situaties die niet kunnen wachten tot het volgende polikliniek bezoek, belt u tijdens kantoortijden met één van de oncologie verpleegkundigen via het algemene ziekenhuis nummer: 050-3616161. Vraag naar de oncologie verpleegkundige die u het beste kent (of de vervanger). De oncologie verpleegkundige beoordeelt of de vraag direct beantwoord kan worden of dat overleg met de internist-oncoloog nodig is. In het laatste geval krijgt u zo snel mogelijk bericht terug. Soms krijgt u het advies eerst contact met de huisarts op te nemen.
Via e-mail worden geen vragen beantwoord. We beschouwen dit als medisch niet veilig en het mag niet van de overheid (Algemene Verordening Gegevensbescherming, 2018).
Kanker en voeding
Goede voeding en een stabiel lichaamsgewicht zijn belangrijk. Het vergroot de mogelijkheid om een behandeling te doorstaan en ervan te herstellen.
Goede voeding is gevarieerd en bevat:
- Voldoende energie
- Voldoende eiwitten
- Voldoende vocht
- Vitamines en mineralen
De internist-oncoloog of de oncologieverpleegkundige zal u naar een diëtist verwijzen als u een grote kans op voedings- of gewichtsproblemen heeft. Als u zelf vragen heeft over voeding kunt u deze altijd stellen aan uw arts of verpleegkundige.
Als u supplementen gebruikt of vaak vette vis eet, dan vragen wij u dit ook te bespreken met uw arts of verpleegkundige. Er kan dan worden uitgezocht of dit eventueel schadelijk is in combinatie met chemotherapie of andere medicijnen vanwege kanker.
Voor meer informatie zie www.kanker.nl of www.voedingenkankerinfo.nl
Kanker en werk
Aan het werk blijven of het werk weer oppakken na een periode van afwezigheid kan ten goede komen aan uw welbevinden en herstel. Werk kan, naast een inkomen, afleiding en houvast bieden: de aandacht gaat even niet uit naar de ziekte, maar naar andere zaken. Ook vinden veel mensen het sociale contact met collega’s prettig.
De mate waarin mensen wel of niet kunnen werken tijdens en na de behandeling is afhankelijk van verschillende factoren. Indien uw ziekte, de bijwerkingen van de behandeling, en de soort werkzaamheden die u doet het toelaten, raden wij u aan om (voor een deel) aan het werk te blijven tijdens de behandeling. Hiervoor zijn geen algemene adviezen te geven. Bespreekt u daarom uw persoonlijke situatie met de internist-oncoloog of oncologieverpleegkundige.
Er zijn wel algemene tips en adviezen over het onderhouden van contact met uw werkgever, overleg met uw bedrijfsarts, en wetgeving. Deze informatie kunt u bijvoorbeeld vinden op de website www.kanker.nl of in de folder “Wat en hoe bij Kanker en Werk. Handleiding voor mensen die kanker hebben (gehad)” (te verkrijgen via de oncologieverpleegkundige of in het Informatiecentrum Oncologie).
Kanker en bewegen
Kanker en de behandeling daarvan hebben een grote impact op uw lichamelijke en geestelijke welzijn. Wetenschappelijk onderzoek leert dat regelmatig bewegen na de behandeling een belangrijke bijdrage kan leveren aan het opbouwen van de conditie en aan het herstel. Ook beweging tijdens de behandeling kan een positieve invloed hebben. Bewegen tijdens een behandeling vanwege kanker is meestal veilig. Vraag uw internist-oncoloog of oncologieverpleegkundige advies over bewegingsactiviteiten die in uw situatie geschikt zijn en neem contact met hen op als u meer dan “normale” klachten ondervindt ten gevolge van het bewegen.
Bijwerkingen immunotherapie
Uw behandeling heeft niet alleen invloed op kankercellen, maar ook op gezonde cellen in het lichaam. Bij het opstellen van deze lijst is gestreefd naar een volledige weergave van alle bijwerkingen die bij uw behandeling op kunnen treden, maar dit houdt niet in dat alle genoemde bijwerkingen zich ook daadwerkelijk zullen voordoen. Het uitblijven van bijwerkingen wil niet zeggen dat de behandeling niet aanslaat. De volgorde waarin de bijwerkingen vermeld staan is willekeurig.
Ontsteking van de darmen
Ontsteking van uw darmen wordt ook wel colitis genoemd. Dit is een ernstige bijwerking die altijd behandeld moet worden. De opname van vocht is dan verstoord door irritatie van het slijmvlies van de darm en een verandering in de stofwisseling van de dunne darm.
U kunt het zelf merken door klachten als waterdunne diarree, frequente ontlasting, koorts, misselijkheid en braken en buikpijn. Sommige mensen krijgen bloed bij de ontlasting of donker gekleurde ontlasting. Indien u (een deel van) deze klachten heeft is het belangrijk dat u contact opneemt met het ziekenhuis.
Ontsteking van de longen
Ontsteking van de longen kan zich presenteren met:
- Kortademigheid, bij inspanning maar ook in rust
- Hoesten, meestal zonder slijm ophoesten
- Koorts
Als u deze klachten krijgt, is het belangrijk dat u contact opneemt met het ziekenhuis. Soms is het dan nodig om een foto of scan van de longen te maken.
Ontsteking van de lever
Door de behandeling kan de leverfunctie verstoord raken. Dit is vaak te zien aan afwijkingen in het bloed. Daar zult u in eerste instantie niet veel van merken. Pas bij ernstige leverfunctiestoornissen kunt u klachten krijgen als vermoeidheid, geelzucht, pijn in de buik en donkere urine. Indien u bovenstaande klachten heeft, neem dan direct contact op met het ziekenhuis.
Ontsteking van de huid
U kunt last krijgen van een droge huid. Soms ontstaat huiduitslag, waarbij de huid rood en verheven is en jeukt.
Adviezen:
- Draag geen knellende kleding en schoenen.
- Gebruik bij voorkeur geen zeep tijdens het douchen of baden en gebruik bij voorkeur lauwwarm water.
- Douche bij voorkeur zo kort mogelijk.
- Vermijd producten op alcoholbasis.
- Vermijd geparfumeerde producten.
- Verzachtende en beschermende crèmes en zalven bevatten geen werkzame bestanddelen, houden de huid wel soepel en voorkomen verdere uitdroging van de huid. Deze zijn zonder recept verkrijgbaar.
- Voorbeelden bij een niet al te droge huid: lanettecrème en cetomacrogolcrème.
- Voorbeelden bij een erg droge huid: vaseline lanettecrème en vaseline cetomacrogolcrème.
- Probeer felle zon te vermijden; gebruik altijd een zonnebrandcrème met een hoge beschermingsfactor (30 of hoger).
- Probeer niet te krabben; knip uw nagels in elk geval heel kort en houdt ze schoon; concentreer u op iets anders.
- Jeuk wordt soms erger door warmte of door contact met kleding of beddengoed; probeer hier rekening mee te houden.
Neem contact op met uw internist-oncoloog of oncologieverpleegkundige als de huiduitslag snel uitbreidt of ondanks bovengenoemde maatregelen veel hinder veroorzaakt (jeuk, pijn).
Ontsteking van de zenuwbanen
Overal in het lichaam zitten zenuwen. Zenuwen geven de signalen van de hersenen door aan bijvoorbeeld de spieren, huid en organen en andersom. Ontstekingen van de zenuwen kunnen verschillende soorten klachten geven, afhankelijk van de ernst van de ontsteking en de locatie. Voorbeelden van klachten die kunnen voorkomen zijn: spierzwakte, gevoelloosheid of tintelend gevoel in handen/voeten, duizeligheid.
Neem contact op met uw internist-oncoloog of oncologieverpleegkundige als u bovenstaande klachten heeft.
Ontsteking van de hormoonproducerende klieren
Als hormoonproducerende klieren in het lichaam ontstoken raken, zoals bijvoorbeeld de schildklier of hypofyse, zijn zij minder goed in staat om de hormonen aan te maken. Hormonen in het lichaam regelen vele processen.
De klachten die kunnen ontstaan door ontstekingen kunnen dus zeer uiteenlopend zijn: hoofdpijn, wazig zien, dubbel zien, vermoeidheid, gevoel van zwakte, impotentie, gedragsveranderingen. Het zijn soms onduidelijke klachten die geleidelijk kunnen ontstaan. Het is van belang dat hormonen in deze situatie worden aangevuld in de vorm van medicijnen. Daarom worden bij elk polikliniek bezoek ook de hormoonwaardes in het bloed gecontroleerd.
Als u klachten heeft die kunnen passen bij bovenstaande, kunt u contact opnemen met uw internist-oncoloog of oncologieverpleegkundige.
Ontsteking van de ogen
Ontsteking van de ogen kan roodheid, wazig zien en pijn aan de ogen geven. Het kan meestal eenvoudig behandeld worden. Het is wel belangrijk dat u contact opneemt met uw internist-oncoloog en niet zelf of door een andere arts de behandeling inzet.
Ontsteking van de gewrichten
Ontstekingen van de gewrichten kunnen klachten geven van stijfheid of pijn bij het opstaan of bewegen van de gewrichten, bijvoorbeeld polsen, ellebogen of knieën. Ook kan er roodheid en warmte rond de gewrichten ontstaan. Deze klachten kunnen vaak eenvoudig behandeld worden. Wanneer u deze klachten opmerkt is het belangrijk dat u dit meldt bij uw internist-oncoloog of oncologieverpleegkundige.
Vermoeidheid/verminderde energie
U kunt merken dat u tijdens de behandeling minder energie heeft, sneller vermoeid raakt en emotioneel kunt zijn. Houd hier rekening mee in uw dagelijks leven; neem voldoende tijd om te rusten, maar probeer rust wel af te wisselen met activiteiten. Dagelijkse activiteiten kunt u gewoon blijven doen, misschien moet u het tempo wat aanpassen.
Verminderde eetlust
Door de behandeling kunt u last krijgen van een verminderde eetlust bijvoorbeeld door smaakverandering of smaakvermindering. Eten dat u anders lekker vond smaakt nu niet meer en eten dat u normaal gesproken niet lekker vond smaakt u nu misschien juist wel. U kunt daarom wat met de voeding experimenteren om uit te vinden welke voeding het beste bij uw veranderde smaak past.
Meer informatie over voeding kunt u lezen in de folder ‘Voeding bij kanker’ van KWF Kankerbestrijding
Invloed op seksualiteit, vruchtbaarheid en zwangerschap
Ook tijdens de behandeling blijft vrijen en geslachtsgemeenschap mogelijk. Als gevolg van ziekte of behandeling kunt u echter minder of geen zin hebben in vrijen of geslachtsgemeenschap. Het is belangrijk dat u uw wensen en verwachtingen op dit gebied bespreekt met uw partner. Het is niet te verwachten dat immuuntherapie de vruchtbaarheid aantast.
Wel wordt afgeraden om tijdens de behandeling met immuuntherapie zwanger te worden. Daarom wordt goede anticonceptie geadviseerd.
Om uw partner te beschermen tegen mogelijke schadelijke gevolgen van de behandeling, wordt tijdens- en tot 1 maand na de behandeling het gebruik van condooms geadviseerd. Dit is ook het advies als u een andere vorm van anti-conceptie gebruikt, en bij vrouwen die al in de overgang zijn geweest.
Meer informatie over seksualiteit kunt u lezen in de folder ‘Kanker en seksualiteit’ van KWF Kankerbestrijding. Zie ook: https://www.kanker.nl/bibliotheek/seksualiteit/gevolgen–2/669-seksualiteit voor aanvullende informatie.
Bijwerkingen doelgerichte therapie
Uw behandeling heeft niet alleen invloed op kankercellen, maar ook op gezonde cellen in het lichaam. Bij het opstellen van deze lijst is gestreefd naar een volledige weergave van de meest voorkomende bijwerkingen die bij uw behandeling op kunnen treden, maar dit houdt niet in dat alle genoemde bijwerkingen zich ook daadwerkelijk zullen voordoen. Het uitblijven van bijwerkingen wil niet zeggen dat de behandeling niet aanslaat. De volgorde waarin de bijwerkingen vermeld staan is willekeurig.
Hoge bloeddruk
In de meeste gevallen zult u niet merken dat u een te hoge bloeddruk hebt. Alleen bij een extreem hoge bloeddruk kunt u last hebben van:
- Hoofdpijn
- Kortademigheid
- Problemen met zien
- Duizeligheid
Advies:
Als u een van bovenstaande klachten heeft, neem dan contact op met het ziekenhuis.
Tijdens de behandeling wordt uw bloeddruk regelmatig gecontroleerd. Als het nodig is zal de internist-oncoloog medicijnen voorschrijven om de bloeddruk te verlagen.
Het is belangrijk dat deze antibloeddruk-medicijnen weer afgebouwd worden als de behandeling gestopt of onderbroken wordt.
Misselijkheid en braken
Door de behandeling kunt u last krijgen van misselijkheid en braken. De mate waarin misselijkheid voorkomt, verschilt van persoon tot persoon, zelfs bij dezelfde behandeling.
Er zijn tegenwoordig goede medicijnen waarmee dit kan worden voorkomen of verminderd. Indien nodig krijgt u van de internist-oncoloog een recept mee, voor medicijnen tegen de misselijkheid. Het is belangrijk dat u deze medicijnen volgens voorschrift gebruikt.
Adviezen bij misselijkheid:
- Voldoende drinken: 2 liter per dag (14 glazen). Probeer niet alleen water te drinken, maar wissel dit af met bijvoorbeeld bouillon, limonade, melkproducten, vruchtensap of groentesap.
- Gebruik regelmatig een kleine maaltijd, maar forceer het eten niet, eet niet meer dan u kunt.
- Wanneer u weinig eet en drinkt kunt u soms juist meer last krijgen van een ziek en misselijk gevoel vanwege een lege maag.
- Wanneer u tijdens de opname last krijgt van misselijkheid, is het goed dit tijdig aan de verpleegkundige te melden zodat u extra medicijnen kunt krijgen om verergering te voorkomen.
Meer informatie over voeding kunt u lezen in de folder ‘Voeding bij kanker’ van KWF Kankerbestrijding.
Smaakverandering
Smaakverandering of smaakvermindering is in de meeste gevallen tijdelijk van aard. Eten dat u anders lekker vond smaakt nu niet meer en eten dat u normaal gesproken niet lekker vond smaakt u nu misschien juist wel. U kunt daarom wat met de voeding experimenteren om uit te vinden welke voeding het beste bij uw veranderde smaak past.
Diarree
Door de behandeling kunt u diarree krijgen. Diarree is een waterige dunne ontlasting meer dan vier keer per dag. De opname van vocht is dan verstoord door irritatie van het slijmvlies van de darm en een verandering in de stofwisseling van de dunne darm. Als u diarree heeft worden voedingsstoffen in de darmen minder goed opgenomen.
Klachten die hiermee gepaard kunnen gaan:
- Buikpijn/ buikkrampen
- Frequente aandrang
- Dunne ontlasting
- Veranderde kleur van de ontlasting
- Overgevoeligheid voor bepaalde voedingsmiddelen
- Pijn en huidirritatie van het gebied rond de anus
- Droge mond en droge huid
- Donkere urine en veel minder vaak plassen
Advies:
Wanneer u last heeft van diarree is het belangrijk dat u veel drinkt om het vochtverlies aan te vullen. Bij de volgende klachten moet u contact opnemen met het ziekenhuis:
- Diarree die langer dan 24 uur aanhoudt
- Bloed bij de ontlasting
- Diarree in combinatie met braken
- Donkere urine en minder vaak plassen
Invloed op de slijmvliezen; pijnlijke mond
Door de behandeling kunt u last krijgen van droge slijmvliezen van uw mond, ogen, neus.
U kunt klachten krijgen van overgevoeligheid van het mondslijmvlies tot ontstekingen of een soort aften (pijnlijke zweertjes). Goede mondverzorging is belangrijk. Toch kan het gebeuren dat u niet meer kunt poetsen of eten door pijnlijke plekjes en blaartjes. U moet contact opnemen met het ziekenhuis als u moeite heeft met eten en/of poetsen.
Hoofdpijn
Hoofdpijn kan gepaard gaan met een overgevoeligheid voor prikkels als licht en geluid.
Adviezen:
- Gebruik ter bestrijding van hoofdpijn 500 mg tot 1000 mg paracetamol per keer (maximaal 4 maal per dag dus niet meer dan een totale dosis van 4 x 1000 mg per dag).
- Als u ondanks het gebruik van de paracetamol toch hoofdpijnklachten blijft houden, moet u contact opnemen met het ziekenhuis.
Hartklachten
De behandeling verhoogt het risico op hartklachten zoals pijn op de borst, hartkloppingen en benauwdheid. Wanneer deze klachten zich voordoen moet u direct contact opnemen met het ziekenhuis.
Huidreactie op handpalmen en voetzolen
U kunt klachten krijgen aan handpalmen en/of voetzolen. Dit is een huidreactie die over het hele lichaam voor kan komen, maar meestal aan de handen en voeten optreedt.
De meest voorkomende klachten zijn:
- Roodheid
- Jeuk
- Pijn of gevoeligheid
- Zwelling
- Schilferen of vervellen van de huid
Bij deze verschijnselen moet u contact opnemen met het ziekenhuis.
QR-code
Scan de QR-code voor directe toegang tot deze pagina.