Patiënten informatie folder: Docetaxel (Taxotère®) 3 wekelijks – trastuzumab – pertuzumab

 

Algemene inleiding

De informatie in dit document is bedoeld als aanvulling op de informatie die u al heeft gekregen van uw behandelend internist-oncoloog en de oncologieverpleegkundige. Het is bekend dat veel van de informatie die u tijdens de eerste gesprekken over uw ziekte en de behandeling krijgt verloren gaat, en dat de vragen over behandeling en mogelijke bijwerkingen meestal later komen. U kunt de informatie thuis rustig nalezen om u voor te bereiden op de behandeling die u gaat krijgen. Vragen kunt u stellen bij een volgend bezoek aan de polikliniek of via de uitgereikte telefoonnummers.

Wat is chemotherapie

Chemotherapie is de behandeling van kanker met medicijnen die de celdeling remmen of stoppen. Deze medicijnen heten ook wel cytostatica. Er zijn vele soorten chemotherapie. In de meeste gevallen wordt een combinatie van chemotherapeutische middelen toegediend via een infuus. Er zijn ook chemotherapeutische middelen in tabletvorm. De middelen worden gedurende een bepaalde periode en via een bepaald schema voorgeschreven. Chemotherapie wordt vaak gecombineerd met andere medicijnen die mogelijke bijwerkingen tegengaan.
Algemene informatie over chemotherapie kunt u lezen in de folder ‘chemotherapie’ van KWF kankerbestrijding, op chemotherapie (www.umcg.nl/-/chemotherapie) en op www.kanker.nl.

Wat is doelgerichte therapie

Bij doelgerichte therapie worden er medicijnen gegeven om kankercellen te doden of de groei ervan te remmen. Deze medicijnen richten zich op specifieke eigenschappen van kankercellen. Dit doen ze door de werking van bepaalde eiwitten van de kankercel te blokkeren. Er zijn veel verschillende eigenschappen van kankercellen die aangrijpingspunten kunnen zijn van doelgerichte therapie, bijvoorbeeld de ongecontroleerde groei van sommige kankercellen of het proces waarbij kankercellen de aanmaak van nieuwe bloedvaten stimuleren. Een belangrijke voorwaarde voor doelgerichte therapie is dan ook dat de kankercellen die specifieke eigenschappen hebben. Dit kan namelijk per kankersoort verschillen. Bij sommige kankersoorten onderzoeken we eerst of de kankercellen die specifieke eigenschappen hebben. In de meeste gevallen wordt doelgerichte therapie gegeven in tabletvorm. Er zijn ook middelen die worden gegeven via het infuus.
Algemene informatie over doelgerichte therapie kunt u vinden in de folder ‘doelgerichte therapie’ van V&VN Oncologie, op doelgerichte therapie en op www.kanker.nl.

Werkingsmechanisme voorgestelde doelgerichte therapie

HER2-remmers

HER-2 is een specifiek eiwit dat zich bij bepaalde tumoren op de celwand van kankercellen bevindt. HER-2 bevindt zich dan in grote aantallen op het oppervlak van de tumorcellen waar het hun groei bevordert. HER2-remmers blokkeren dit specifieke eiwit waardoor deze kankercellen stoppen met groeien en afsterven.

Behandelplan

Medicijn Dag 1 Dag 2 t/m 21 Wijze van toediening Opmerking 
Docetaxel X Infuus Toediening 1 uur
Trastuzumab X Infuus Kuur 1: 2 uur toediening, 1 uur observatie
Kuur 2: 1 uur toediening, 30 min. observatie
Vanaf kuur 3: 1 uur toediening
Pertuzumab X Infuus Kuur 1: 1 uur toediening, 1 uur
observatie
Kuur 2: 30 min. toediening, 30 min. observatie
Vanaf kuur 3: 30 min. toediening

De behandeling docetaxel-trastuzumab-pertuzumab wordt 6x gegeven; daarna stopt de docetaxel, maar wordt doorgegaan met trastuzumab-pertuzumab 1x/3wk.

De chemotherapie behandeling die u gaat krijgen heet docetaxel (Taxotere®) in combinatie met trastuzumab en pertuzumab . De kuur wordt gegeven op het Dagcentrum, u hoeft dus niet opgenomen te worden op een verpleegafdeling. De periode van één kuur duurt in principe drie weken. Op de eerste dag krijgt u de kuur toegediend via het infuus, daarna heeft u drie rustweken. Ongeveer 14 dagen na de eerste chemotherapie komt u terug op de polikliniek om te vertellen hoe het met u gaat en om uw bloedwaarden te laten controleren.

Op de dag dat u de kuur toegediend krijgt, laat u eerst bloedprikken, waarna u uw arts op de polikliniek bezoekt. Op basis van hoe het met u gaat en de bloedwaarden, zal vastgesteld worden of u de kuur kunt krijgen. De medicijnen worden dan door de arts besteld bij de apotheek. De apotheek heeft enige tijd nodig om de medicijnen voor u te bereiden. Hierop kunt u in de wachtkamer van het Dagcentrum wachten. Van u wordt verwacht dat u zich meldt bij de balie daar, zodat de verpleegkundigen weten dat u er bent. Als de medicijnen klaar zijn roepen ze u op uit de wachtkamer. Wij raden u aan om iets mee te nemen ter ontspanning tijdens het wachten.

De duur van uw infuus wisselt (zie schema). Daar komt de tijd voor bloed prikken en polibezoek bij. De eerste keer dat u de kuur toegediend krijgt, zal het verblijf op het Dagcentrum langer duren omdat u dan uitleg krijgt over de gang van zaken en voorzien wordt van informatie over mogelijke bijwerkingen en adviezen voor thuis. Uiteraard kunt u dan ook uw vragen stellen. Wij raden u aan om deze op een briefje te verzamelen

Voorschrift medicijnen voor thuis bij Docetaxel

Bij de behandeling met docetaxel (Taxotere®) krijgt u medicijnen die allergische reacties en vocht vasthouden tegen kunnen gaan. Deze moet u volgens onderstaand schema innemen. De eerste inname is op de avond voordat u de kuur krijgt.

Dag van Inname Medicatie Tijd van inname
Avond voor toediening docetaxel Dexamethason 8 mg 20:00 uur
Dag van toediening docetaxel Dexamethason 10 mg via het infuus Voor start chemotherapie
Dag 1 na toediening docetaxel Dexamethason 8 mg 8.00 uur

Dexamethason kan ook werken tegen evt. misselijkheid. Mocht u ondanks dexamethason toch last van misselijkheid hebben, kunt u daarvoor metoclopramide (Primperan®) max. 3 dd 10 mg tablet gebruiken. Uw internist-oncoloog geeft u hiervoor een recept mee.

Mogelijke bijwerkingen
De bijwerkingen van dexamethason zijn hyperactiviteit, onrust, slapeloosheid. Niet iedereen heeft last van deze bijwerkingen. Als u hier toch last van krijgt moet u contact opnemen met uw internist-oncoloog of oncologie verpleegkundige.

Wanneer altijd bellen

Koorts

Misselijkheid en braken

Diarree

Obstipatie/Verstopping van de ontlasting

Andere situaties waarin u direct moet bellen

Bereikbaarheid afdeling

Levensbedreigende situatie: bel 1-1-2.

Spoedsituatie: situaties die niet kunnen wachten (ook niet tot de volgende ochtend of tot na het weekend), zie kopje ‘Wanneer altijd bellen’

Tijdens kantoortijden (8.30-16.30 uur, maandag t/m vrijdag) belt u met één van de oncologie verpleegkundigen via het algemene ziekenhuis nummer: 050-3616161.

Buiten kantoortijden belt u met de verpleegafdeling Medische Oncologie (D2VA) via 050-3614436 (bij geen gehoor: 050-3614435). U krijgt een oncologie verpleegkundige te spreken die zo nodig de dienstdoend internist-oncoloog inschakelt. U wordt daarna zo spoedig mogelijk terug gebeld. Dit is niet bedoeld voor vragen over bijvoorbeeld afspraken of herhaalrecepten.

Niet spoed: voor situaties die niet kunnen wachten tot het volgende polikliniek bezoek, belt u tijdens kantoortijden met één van de oncologie verpleegkundigen via het algemene ziekenhuis nummer: 050-3616161. Vraag naar de oncologie verpleegkundige die u het beste kent (of de vervanger). De oncologie verpleegkundige beoordeelt of de vraag direct beantwoord kan worden of dat overleg met de internist-oncoloog nodig is. In het laatste geval krijgt u zo snel mogelijk bericht terug. Soms krijgt u het advies eerst contact met de huisarts op te nemen.

Via e-mail worden geen vragen beantwoord. We beschouwen dit als medisch niet veilig en het mag niet van de overheid (Algemene Verordening Gegevensbescherming, 2018).

Leefregels en algemene adviezen

Leefregels op de afdeling of het dagcentrum tijdens chemotherapie

Tijdens uw behandeling met chemotherapie op de afdeling of het dagcentrum gelden er een aantal leefregels om anderen tegen deze stoffen te beschermen. Deze leefregels hebben voornamelijk te maken met de omgang met urine, ontlasting en braaksel. Zie ook de folder leefregels op de afdeling tijdens en na chemotherapie. U krijgt deze folder van uw verpleegkundige op de afdeling.

Algemene adviezen voor thuis

Chemotherapieresten en –afbraakproducten worden afgevoerd via urine, ontlasting, braaksel, speeksel, zweet en sperma.
Tot zeven dagen na de laatste gift van iedere chemotherapiekuur (per infuus of tablet) zijn er nog aanzienlijke hoeveelheden van deze afbraakresten in het lichaam aanwezig.

Lichamelijk contact

Normaal menselijk contact zoals een hand geven, knuffelen en zoenen levert geen risico op voor personen uit uw omgeving. Wel dient u er rekening mee te houden dat als u meer intiem contact heeft, chemotherapie via speeksel, sperma en ander lichaamsvocht wordt uitgescheiden. Bij het zoenen raden wij aan dat er geen contact via speeksel plaatsvindt.

Tijdens de behandeling blijft geslachtsgemeenschap mogelijk. Als gevolg van de bijwerkingen kunt u echter minder zin of geen zin hebben in vrijen of geslachtsgemeenschap.

Het is belangrijk om tijdens de behandeling tot 1 maand na de laatste kuur een condoom te gebruiken tijdens het vrijen. Dit is om de partner niet bloot te stellen aan eventuele schadelijke effecten van de medicijnen die zich in alle lichaamsvloeistoffen kunnen bevinden. De meeste anti-kanker behandelingen hebben schadelijke effecten op een ongeboren kind. Ook om deze reden is het advies te zorgen voor goede anticonceptie. Wij adviseren de anticonceptie tot minstens een jaar na het stoppen van de chemotherapie te gebruiken.

Urine en ontlasting

Braaksel

Persoonlijke hygiëne

Kanker en voeding

Goede voeding en een stabiel lichaamsgewicht zijn belangrijk. Het vergroot de mogelijkheid om een behandeling te doorstaan en ervan te herstellen.
Goede voeding is gevarieerd en bevat:

De oncoloog of de oncologieverpleegkundige zal u naar een diëtist verwijzen als u een grote kans op voedings- of gewichtsproblemen heeft. Als u zelf vragen heeft over voeding kunt u deze altijd stellen aan uw arts of verpleegkundige.

Neem geen supplementen met visolie vanaf 24 uur vóór tot en met 24 uur ná de toediening van de specifieke middelen Irinotecan, Carboplatine, Cisplatine en Oxaliplatine. Als u nog andere supplementen gebruikt vragen wij u dit ook te bespreken met uw oncoloog of oncologieverpleegkundige. Er kan dan worden uitgezocht of dit eventueel schadelijk is in combinatie met chemotherapie of andere medicijnen vanwege kanker.
Voor meer informatie zie www.kanker.nl of www.voedingenkankerinfo.nl

Mondzorg

Door de chemotherapie kunt u last krijgen van een droge- of pijnlijke mond. In de mond kunnen blaren ontstaan, waardoor het eten pijnlijker kan worden.
Een goede mondzorg kan deze klachten voorkomen. Hiervoor adviseren wij u het volgende:

Pijnklachten/blaren in de mond bij chemotherapie

Tegen ontstoken slijmvlies door chemotherapie is niet zoveel te doen. Meldt deze klachten wel altijd bij uw oncoloog of oncologieverpleegkundige.
Wanneer u last hebt van de mond kunt u een paar keer per dag spoelen met een zout oplossing (1tl zout in 1L (lauw) water), of u kunt spoelen met kamillethee.
Voor meer adviezen verwijzen we u naar de folder ‘mondzorg bij chemotherapie’, die uw oncologieverpleegkundige u verstrekt heeft.

Kanker en werk

Aan het werk blijven of het werk weer oppakken na een periode van afwezigheid kan ten goede komen aan uw welbevinden en herstel. Werk kan, naast een inkomen, afleiding en houvast bieden: de aandacht gaat even niet uit naar de ziekte, maar naar andere zaken. Ook vinden veel mensen het sociale contact met collega’s prettig.
De mate waarin mensen wel of niet kunnen werken tijdens en na de behandeling is afhankelijk van verschillende factoren. Indien uw ziekte, de bijwerkingen van de behandeling, en de soort werkzaamheden die u doet het toelaten, raden wij u aan om (voor een deel) aan het werk te blijven tijdens de behandeling. Hiervoor zijn geen algemene adviezen te geven. Bespreekt u daarom uw persoonlijke situatie met de oncoloog of oncologieverpleegkundige.
Er zijn wel algemene tips en adviezen over het onderhouden van contact met uw werkgever, overleg met uw bedrijfsarts, en wetgeving. Deze informatie kunt u bijvoorbeeld vinden op de website www.kanker.nl , www.kankerenwerk.nl of in de folder “Wat en hoe bij Kanker en Werk. Handleiding voor mensen die kanker hebben (gehad)” (te verkrijgen via de oncologieverpleegkundige of in het Informatiecentrum Oncologie).

Kanker en bewegen

Kanker en de behandeling daarvan hebben een grote impact op uw lichamelijke en geestelijke welzijn. Wetenschappelijk onderzoek leert dat regelmatig bewegen na de behandeling een belangrijke bijdrage kan leveren aan het opbouwen van de conditie en aan het herstel. Ook beweging tijdens de behandeling kan een positieve invloed hebben. Bewegen tijdens een behandeling vanwege kanker is meestal veilig. Vraag uw internist-oncoloog of oncologieverpleegkundige advies over bewegingsactiviteiten die in uw situatie geschikt zijn en neem contact met hen op als u meer dan “normale” klachten ondervindt ten gevolge van het bewegen.

Alcohol gebruik tijdens uw behandeling

Alcohol kan invloed hebben op de medicijnen waarmee kanker behandeld wordt. Overleg dit met uw oncoloog of oncologieverpleegkundige.

Autorijden

Medicijnen en algemene klachten zoals vermoeidheid of concentratieproblemen kunnen invloed hebben op uw rijvaardigheid. Bespreek dit  met uw oncoloog of oncologieverpleegkundige. Na de eerste behandeling wordt sowieso afgeraden om zelf auto te rijden.

Bijwerkingen chemotherapie

Uw behandeling heeft niet alleen invloed op kankercellen, maar ook op gezonde cellen in het lichaam. Bij het opstellen van deze lijst is gestreefd naar een volledige weergave van alle bijwerkingen die bij uw behandeling op kunnen treden, maar dit houdt niet in dat alle genoemde bijwerkingen zich ook daadwerkelijk zullen voordoen. Het uitblijven van bijwerkingen wil niet zeggen dat de behandeling niet aanslaat. De volgorde waarin de bijwerkingen vermeld staan is willekeurig.

Haaruitval (grote kans op)

De behandeling die u krijgt veroorzaakt haaruitval. Niet alleen uw hoofdhaar, maar ook uw wenkbrauwen, wimpers, oksel-, lichaams- en schaamharen kunnen uitvallen. U kunt zelf niets doen om de haaruitval te voorkomen. In de meeste gevallen is de haaruitval tijdelijk.
Haaruitval begint meestal enkele weken na toediening van de eerste kuur. Voorafgaand aan de haaruitval kan een gevoelige of pijnlijke hoofdhuid optreden. Het kan prettig zijn om een hoofddeksel te dragen, omdat u via een kale hoofdhuid veel warmte verliest. Als u een pruik wilt bestellen, kunt u dat het beste doen vóór u haaruitval heeft. Dan kan de kapper de pruik goed afstemmen op uw eigen kleur en model. De oncologieverpleegkundige kan u adviseren  en indien nodig de machtiging voor de pruik geven. Na  de laatste kuur begint uw haar na ongeveer een maand weer te groeien. Meestal is er na enkele maanden weer een goed herstel van de haargroei. Wanneer uw haar weer aangroeit kan het, vaak tijdelijk,  anders zijn dan uw oorspronkelijke haar. Bij sommige soorten chemotherapie kan haaruitval beperkt worden door hoofdhuidkoeling, u krijgt hier indien mogelijk extra informatie over.

Misselijkheid en braken

Misselijkheid en braken wordt veroorzaakt door de invloed van de behandeling op het maagdarmkanaal en/of door stimulatie van het braakcentrum in de hersenen. De mate waarin misselijkheid voorkomt, verschilt van persoon tot persoon, zelfs bij dezelfde kuur. Misselijkheid en braken kunnen direct na de toediening optreden en aanhouden tot enkele dagen na de kuur. Er zijn goede medicijnen waarmee dit kan worden voorkomen of verminderd. In het ziekenhuis krijgt u die toegediend via het infuus of per tablet. Voor thuis krijgt u van de internist-oncoloog een recept mee, voor medicijnen tegen de misselijkheid. Het is belangrijk dat u deze medicijnen volgens voorschrift gebruikt.

Adviezen bij misselijkheid:

Meer informatie over voeding kunt u lezen in de folder ‘Voeding bij kanker’ van KWF Kankerbestrijding.

Smaakverandering

Smaakverandering of smaakvermindering is in de meeste gevallen tijdelijk van aard. Eten dat u anders lekker vond smaakt nu niet meer en eten dat u normaal gesproken niet lekker vond smaakt u nu misschien juist wel. U kunt daarom wat met de voeding experimenteren om uit te vinden welke voeding het beste bij uw veranderde smaak past.

Invloed op de werking van het beenmerg

Door  minder aanmaak van nieuwe bloedcellen door het beenmerg kan  er een tekort ontstaan aan verschillende bloedcellen. Deze bloedcellen zijn: rode bloedcellen (erytrocyten), witte bloedcellen (leukocyten) en bloedplaatjes (trombocyten). Deze remming van de aanmaak van bloedcellen is tijdelijk van aard. U kunt zelf niets doen om dit te voorkomen of te veranderen. Wanneer het aantal rode bloedcellen of aantal bloedplaatjes te laag is, kan het nodig zijn dat u deze via een transfusie krijgt toegediend.

Een verminderd aantal rode bloedcellen geeft kans op bloedarmoede. Verschijnselen hiervan zijn onder andere vermoeidheid, kortademigheid en duizeligheid.

Een verminderd aantal witte bloedcellen geeft een verhoogde kans op infecties. Ongeveer tussen de tiende en de vijftiende dag na het starten van de kuur is het aantal leukocyten het laagst. Men noemt dit de dipperiode. U kunt niets doen om deze dipperiode tegen te gaan. Een infectie is te herkennen aan een temperatuur van 38,5ºC of hoger eventueel samen met koude rillingen. Ook een temperatuur rond 38°C gedurende langer dan 6 uur kan wijzen op een infectie.
U kunt de kans op infectie verkleinen door te zorgen voor een goede lichaamshygiëne, ga niet in de sauna of stoombad en controleer eventuele wondjes op ontstekingsverschijnselen.
Vermijd contact met mensen die bijvoorbeeld verkouden zijn.
Iedere dag de temperatuur meten is niet nodig. Meet de temperatuur onder de arm of met een oorthermometer. Door rectaal gebruik van de thermometer kan er beschadiging van slijmvlies optreden met bloeding tot gevolg.

Een verminderd aantal bloedplaatjes geeft een verhoogde kans op blauwe plekken, een bloedneus en bloedend tandvlees. Ook kan het bloedverlies tijdens de menstruatie heviger zijn dan u normaal gewend bent.

Diarree

Door de behandeling kunt u diarree krijgen. Diarree is een waterige dunne ontlasting meer dan vier keer per dag. De opname van vocht is dan verstoord door irritatie van het slijmvlies van de darm en een verandering in de stofwisseling van de dunne darm. Als u diarree heeft worden voedingsstoffen in de darmen minder goed opgenomen.

Klachten die hiermee gepaard kunnen gaan:

Advies:

Wanneer u last heeft van diarree is het belangrijk dat u veel drinkt om het vochtverlies aan te vullen. Bij de volgende klachten moet u contact opnemen met het ziekenhuis:

Obstipatie (harde ontlasting en/of verstopping)

Door de behandeling kunt u last krijgen van verstopping van de darmen. Klachten hierbij zijn:

Iedereen heeft een ander ontlastingspatroon. In verband met de behandeling die u krijgt, is het echter belangrijk dat uw ontlastingspatroon niet te veel gaat afwijken van het patroon dat u voor de behandeling had.

Advies:
Het is belangrijk dat u voldoende drink, vezels eet en beweegt. Als u 3 dagen geen ontlasting gehad heeft, moet u contact opnemen met het ziekenhuis. Dan kunnen er medicijnen voorgeschreven worden om dit te verhelpen.

Allergische reactie

Door de behandeling kunt u een allergische reactie krijgen. De medicijnen worden door het lichaam als een lichaamsvreemde stof gezien en hierdoor kan een allergische reactie ontstaan.

Een allergische reactie begint vaak met:

Later kunnen de volgende verschijnselen optreden:

Advies:
Wanneer u zich tijdens of direct na toediening van het infuus anders voelt dan normaal dan moet u dit direct melden aan uw arts of verpleegkundige.
Een allergische reactie treedt meestal op tijdens de toediening in het ziekenhuis en kan goed behandeld worden met aanvullende medicijnen. De klachten verdwijnen na behandeling snel.

Irritatie en/of ontsteking van het mondslijmvlies

Bij geïrriteerde slijmvliezen van de mond kunnen de klachten variëren van overgevoeligheid van het mondslijmvlies tot ontstekingen. Daarom is een goede mondverzorging erg belangrijk. Ondanks goede hygiëne kan het gebeuren dat u niet meer kunt poetsen door pijnlijke plekjes en blaartjes; neem dan contact op met het ziekenhuis.

Meer informatie kunt u lezen in de folder: Mondhygiëne bij chemotherapie

Vermoeidheid/verminderde energie

U kunt merken dat u tijdens de behandeling minder energie heeft, sneller vermoeid raakt en emotioneel kunt zijn. Houd hier rekening mee in uw dagelijks leven; neem voldoende tijd om te rusten, maar probeer rust wel af te wisselen met activiteiten. Dagelijkse activiteiten kunt u gewoon blijven doen, misschien moet u het tempo wat aanpassen.

Verkleuring van huid en nagels

Verkleuring van de huid en nagels uit zich in:

Adviezen:

Invloed op seksualiteit

Ook tijdens de chemotherapie blijft geslachtsgemeenschap mogelijk. Als gevolg van ziekte of behandeling kunt u minder of geen zin hebben in vrijen of geslachtsgemeenschap. Het is belangrijk dat u uw wensen en verwachtingen op dit gebied bespreekt met uw partner. Bij vragen op dit gebied kunt u terecht bij de internist-oncoloog of oncologieverpleegkundige.

Meer informatie over seksualiteit kunt u lezen in de folder ‘Kanker en seksualiteit’ van KWF Kankerbestrijding. Zie ook: https://www.kanker.nl/bibliotheek/seksualiteit/gevolgen/669-seksualiteit  voor aanvullende informatie.

Invloed op vruchtbaarheid (man)

Chemotherapie kan verminderde vruchtbaarheid of onvruchtbaarheid tot gevolg hebben.  Het heeft effect op de productie van zaadcellen en op de kwaliteit ervan. Hierdoor kan het aantal zaadcellen in het sperma afnemen en wordt hun beweeglijkheid aangetast. Onvruchtbaarheid staat los van impotentie.

Indien het sperma voor aanvang van de behandeling van goede kwaliteit is, is het mogelijk om sperma in te vriezen om later bij kinderwens (en gebleken onvruchtbaarheid) dit te kunnen gebruiken voor het tot stand brengen van een zwangerschap. Het invriezen van sperma gebeurt voorafgaand aan de start van de behandeling.

Het is ingrijpend om door chemotherapie mogelijk onvruchtbaar te worden. Het is daarom belangrijk uw vragen of onzekerheden over dit onderwerp te bespreken met uw internist-oncoloog of oncologieverpleegkundige.

Invloed op vruchtbaarheid (vrouw)

Chemotherapie kan u versneld, en dus op jongere leeftijd, in de overgang brengen. Sommige vrouwen hebben tijdens de behandeling een veranderde cyclus, maar menstruaties kunnen ook helemaal wegblijven. Na afronding van de chemotherapie  kan de menstruele cyclus zich weer herstellen, maar de mogelijkheid bestaat ook dat u door de behandeling in de overgang bent gekomen en daarmee dus onvruchtbaar wordt.

Het risico op vervroegde overgang hangt af van uw leeftijd, de soort chemotherapie en de totale hoeveelheid ervan. Indien u een kinderwens heeft, is het belangrijk dat u dit voor start van de behandeling met uw internist-oncoloog of oncologieverpleegkundige bespreekt. In sommige situaties zijn er interventies die de kans op onvruchtbaarheid verkleinen. Mogelijk is een verwijzing naar de fertiliteitsafdeling zinvol.

Het is ingrijpend om door deze behandeling mogelijk onvruchtbaar te worden. Het is daarom belangrijk al uw vragen over dit onderwerp te bespreken met uw internist-oncoloog  of oncologieverpleegkundige.

Tintelingen en doof gevoel in vingertoppen en tenen/kou gerelateerde klachten

Als gevolg van de behandeling kunt u last krijgen van tintelingen en/of een doof gevoel in vingers en tenen. Dit is het gevolg van irritatie van zenuwuiteinden. Tussen de kuren door verbetert dit vaak weer. Bij de volgende kuur wordt gevraagd of het helemaal hersteld is. Indien u nog klachten van tintelingen of een doof gevoel heeft bij start van de volgende kuur dan kan dit een reden zijn om de dosis te verminderen of zelfs helemaal te stoppen. De tintelingen kunnen verergeren door blootstelling aan koude. Deze klachten kunnen ook na de behandeling blijven bestaan.

 

Vasthouden van vocht

Dit vocht kan zich bij de enkels ophopen, ook wel enkeloedeem genoemd. Een enkele keer treedt er vocht ophoping op in de buik. U kunt dit zelf merken doordat uw buik in omvang toeneemt. Mocht dit het geval zijn, neem dan contact op met het ziekenhuis. Uw behandelend arts zal u zo nodig plasmedicatie voorschrijven.

Spierpijn, grieperig gevoel

Een grieperig gevoel uit zich in algehele malaise, spierpijn en pijn in de botten. Dit begint enige uren na de toediening van de medicijnen, houdt een paar dagen aan en verdwijnt meestal weer spontaan. De spierpijn treedt vooral op in de benen.

Advies:

Bijwerkingen doelgerichte therapie

Uw behandeling heeft niet alleen invloed op kankercellen, maar ook op gezonde cellen in het lichaam. Bij het opstellen van deze lijst is gestreefd naar een volledige weergave van de meest voorkomende bijwerkingen die bij uw behandeling op kunnen treden, maar dit houdt niet in dat alle genoemde bijwerkingen zich ook daadwerkelijk zullen voordoen. Het uitblijven van bijwerkingen wil niet zeggen dat de behandeling niet aanslaat. De volgorde waarin de bijwerkingen vermeld staan is willekeurig.

Koorts op dag van toediening

Koorts is een verhoging van de lichaamstemperatuur tot boven de 38,5°C. Door de behandeling kan koorts ontstaan. De koorts verdwijnt spontaan binnen 24 uur na de toediening.

Adviezen

Invloed op de hartspierfunctie

Er bestaat een kleine kans dat uw hartspier minder goed gaat werken als gevolg van de behandeling. Klachten die kunnen wijzen op een verminderde hartfunctie zijn het vasthouden van vocht rond de enkels en kortademigheid. Als u deze klachten hebt, zal onderzocht worden of dit het gevolg is van een verminderde werking van de hartspier. Dergelijke klachten kunnen ook een andere oorzaak hebben. Als de hartspier minder goed werkt wordt de behandeling meestal gestopt of tijdelijk onderbroken, en kunnen er medicijnen voor het hart voorgeschreven worden.

QR-code

Scan de QR-code voor directe toegang tot deze pagina.

QR Code
Versie: 1.1.0
Publicatiedatum: 23-02-2023